مَّثَلُ ٱلۡجَنَّةِ ٱلَّتِي وُعِدَ ٱلۡمُتَّقُونَۖ فِيهَآ أَنۡهَٰرٞ مِّن مَّآءٍ غَيۡرِ ءَاسِنٖ وَأَنۡهَٰرٞ مِّن لَّبَنٖ لَّمۡ يَتَغَيَّرۡ طَعۡمُهُۥ وَأَنۡهَٰرٞ مِّنۡ خَمۡرٖ لَّذَّةٖ لِّلشَّـٰرِبِينَ وَأَنۡهَٰرٞ مِّنۡ عَسَلٖ مُّصَفّٗىۖ وَلَهُمۡ فِيهَا مِن كُلِّ ٱلثَّمَرَٰتِ وَمَغۡفِرَةٞ مِّن رَّبِّهِمۡۖ كَمَنۡ هُوَ خَٰلِدٞ فِي ٱلنَّارِ وَسُقُواْ مَآءً حَمِيمٗا فَقَطَّعَ أَمۡعَآءَهُمۡ

Dit is de beschrijving van het paradijs, dat den vromen is beloofd, daarin zijn rivieren van water dat niet kan bederven, en rivieren van melk, welker smaak nooit verandert, en rivieren van wijn, behaaglijk voor hen, die er van drinken. En rivieren van gezuiverden honing, en daar zullen zij overvloed van alle soorten van vruchten hebben en vergiffenis van hunnen Heer vinden. Zal de mensch voor wien deze dingen zijn toebereid, evenals hij wezen, die voor altijd in het hellevuur moet wonen, en die met kokend water zal gelescht worden, dat hem de ingewanden zal verscheuren?


وَمِنۡهُم مَّن يَسۡتَمِعُ إِلَيۡكَ حَتَّىٰٓ إِذَا خَرَجُواْ مِنۡ عِندِكَ قَالُواْ لِلَّذِينَ أُوتُواْ ٱلۡعِلۡمَ مَاذَا قَالَ ءَانِفًاۚ أُوْلَـٰٓئِكَ ٱلَّذِينَ طَبَعَ ٱللَّهُ عَلَىٰ قُلُوبِهِمۡ وَٱتَّبَعُوٓاْ أَهۡوَآءَهُمۡ

Onder de ongeloovigen zijn sommigen, die u gehoor verleenen, tot zij, als zij van u uitgaan, al spottend tot degenen zeggen, aan wie kennis werd gegeven; Wat heeft hij thans gezegd? Dit zijn zij, wier harten door God zijn verzegeld, en die hunne eigene lusten volgen.



الصفحة التالية
Icon