لَّيۡسَ عَلَى ٱلۡأَعۡمَىٰ حَرَجٞ وَلَا عَلَى ٱلۡأَعۡرَجِ حَرَجٞ وَلَا عَلَى ٱلۡمَرِيضِ حَرَجٞۗ وَمَن يُطِعِ ٱللَّهَ وَرَسُولَهُۥ يُدۡخِلۡهُ جَنَّـٰتٖ تَجۡرِي مِن تَحۡتِهَا ٱلۡأَنۡهَٰرُۖ وَمَن يَتَوَلَّ يُعَذِّبۡهُ عَذَابًا أَلِيمٗا
Het zal geene misdaad voor den blinde, noch zal het eene misdaad voor den lamme, noch zal het eene misdaad voor den zieke zijn, indien zij niet ten oorlog trekken; en wie God en zijn gezant zal gehoorzamen, zal door hem in tuinen geleid worden, waardoor rivieren stroomen; maar wie zich afwendt, zal door hem met eene gestrenge kastijding gestraft worden.
۞لَّقَدۡ رَضِيَ ٱللَّهُ عَنِ ٱلۡمُؤۡمِنِينَ إِذۡ يُبَايِعُونَكَ تَحۡتَ ٱلشَّجَرَةِ فَعَلِمَ مَا فِي قُلُوبِهِمۡ فَأَنزَلَ ٱلسَّكِينَةَ عَلَيۡهِمۡ وَأَثَٰبَهُمۡ فَتۡحٗا قَرِيبٗا
God was den waren geloovigen genegen, toen zij u getrouwheid zwoeren onder den boom, en hij kende datgene, wat in hunne harten was; daarom zond hij gerustheid des gemoeds op hen neder, en beloonde hij hen met eene spoedige overwinning.
وَمَغَانِمَ كَثِيرَةٗ يَأۡخُذُونَهَاۗ وَكَانَ ٱللَّهُ عَزِيزًا حَكِيمٗا
En den grooten buit dien zij bemeesterden; want God is machtig en wijs.
وَعَدَكُمُ ٱللَّهُ مَغَانِمَ كَثِيرَةٗ تَأۡخُذُونَهَا فَعَجَّلَ لَكُمۡ هَٰذِهِۦ وَكَفَّ أَيۡدِيَ ٱلنَّاسِ عَنكُمۡ وَلِتَكُونَ ءَايَةٗ لِّلۡمُؤۡمِنِينَ وَيَهۡدِيَكُمۡ صِرَٰطٗا مُّسۡتَقِيمٗا
God beloofde u, dat gij een grooten buit zoudt verkrijgen, en hij gaf u dezen werkelijk en hij hield de handen der menschen van u terug, opdat het een teeken voor de ware geloovigen zou zijn, en om u op den rechten weg te leiden.