ٱلَّذِينَ هُمۡ فِي غَمۡرَةٖ سَاهُونَ

Die in diepe wateren van onwetendheid waden, terwijl zij hun heil verwaarloozen.


يَسۡـَٔلُونَ أَيَّانَ يَوۡمُ ٱلدِّينِ

Zij vragen: Wanneer zal de dag des oordeels komen?


يَوۡمَ هُمۡ عَلَى ٱلنَّارِ يُفۡتَنُونَ

Op dien dag zullen zij in het hellevuur verbrand worden.


ذُوقُواْ فِتۡنَتَكُمۡ هَٰذَا ٱلَّذِي كُنتُم بِهِۦ تَسۡتَعۡجِلُونَ

En men zal tot hen zeggen: Proeft uwe straf; dit is hetgeen gij verlangd hebt, dat verhaast zou worden.


إِنَّ ٱلۡمُتَّقِينَ فِي جَنَّـٰتٖ وَعُيُونٍ

Maar de vromen zullen tusschen tuinen en fonteinen wonen.


ءَاخِذِينَ مَآ ءَاتَىٰهُمۡ رَبُّهُمۡۚ إِنَّهُمۡ كَانُواْ قَبۡلَ ذَٰلِكَ مُحۡسِنِينَ

Datgene ontvangende, wat hun Heer hun zal geven, omdat zij vóór dezen dag rechtvaardigen waren.


كَانُواْ قَلِيلٗا مِّنَ ٱلَّيۡلِ مَا يَهۡجَعُونَ

Zij slapen slechts gedurende een klein gedeelte van den nacht.


وَبِٱلۡأَسۡحَارِ هُمۡ يَسۡتَغۡفِرُونَ

En vroeg in den ochtend vragen zij vergiffenis van God.



الصفحة التالية
Icon