فَذَرۡهُمۡ حَتَّىٰ يُلَٰقُواْ يَوۡمَهُمُ ٱلَّذِي فِيهِ يُصۡعَقُونَ
Daarom verlaat hen, tot zij aan hunnen dag zullen zijn gekomen, waarop zij, uit vrees, in zwijm zullen vallen.
يَوۡمَ لَا يُغۡنِي عَنۡهُمۡ كَيۡدُهُمۡ شَيۡـٔٗا وَلَا هُمۡ يُنصَرُونَ
Een dag, waarop hunne doortrapte verzinsels hun volstrekt niet zullen baten en zij niet ondersteund zullen worden.
وَإِنَّ لِلَّذِينَ ظَلَمُواْ عَذَابٗا دُونَ ذَٰلِكَ وَلَٰكِنَّ أَكۡثَرَهُمۡ لَا يَعۡلَمُونَ
En zij, die onrechtvaardig handelen, zullen zekerlijk eene andere straf buiten deze ondergaan; maar het meerendeel hunner begrijpt niet.
وَٱصۡبِرۡ لِحُكۡمِ رَبِّكَ فَإِنَّكَ بِأَعۡيُنِنَاۖ وَسَبِّحۡ بِحَمۡدِ رَبِّكَ حِينَ تَقُومُ
Wacht geduldig het oordeel van uwen Heer nopens hen af; want gij zijt onder onze oogen. Verkondig den lof van uwen Heer als gij opstaat.
وَمِنَ ٱلَّيۡلِ فَسَبِّحۡهُ وَإِدۡبَٰرَ ٱلنُّجُومِ
En prijs hem des nachts en als de sterren beginnen te verdwijnen.