لَوۡ نَشَآءُ لَجَعَلۡنَٰهُ حُطَٰمٗا فَظَلۡتُمۡ تَفَكَّهُونَ
Indien het ons behaagde, waarlijk, wij konden het droog en onvruchtbaar maken, zoodat gij niet zoudt ophouden u te verwonderen, zeggende:
إِنَّا لَمُغۡرَمُونَ
Waarlijk, wij hebben verbintenissen aangegaan voor zaad en arbeid,
بَلۡ نَحۡنُ مَحۡرُومُونَ
Maar het is ons niet geoorloofd, de vruchten daarvan te oogsten.
أَفَرَءَيۡتُمُ ٱلۡمَآءَ ٱلَّذِي تَشۡرَبُونَ
Wat denkt gij? Het water dat gij drinkt.
ءَأَنتُمۡ أَنزَلۡتُمُوهُ مِنَ ٱلۡمُزۡنِ أَمۡ نَحۡنُ ٱلۡمُنزِلُونَ
Zendt gij dat uit de wolken neder, of zenden wij het?
لَوۡ نَشَآءُ جَعَلۡنَٰهُ أُجَاجٗا فَلَوۡلَا تَشۡكُرُونَ
Indien het ons behaagde, zouden wij het brak kunnen maken. Zult gij dus niet dankbaar wezen?
أَفَرَءَيۡتُمُ ٱلنَّارَ ٱلَّتِي تُورُونَ
Wat denkt gij? Het vuur, dat gij door wrijving verkrijgt,
ءَأَنتُمۡ أَنشَأۡتُمۡ شَجَرَتَهَآ أَمۡ نَحۡنُ ٱلۡمُنشِـُٔونَ
Brengt gij den boom voort, waardoor gij dat doet ontstaan? Of brengen wij dien voort?