ٱعۡلَمُوٓاْ أَنَّمَا ٱلۡحَيَوٰةُ ٱلدُّنۡيَا لَعِبٞ وَلَهۡوٞ وَزِينَةٞ وَتَفَاخُرُۢ بَيۡنَكُمۡ وَتَكَاثُرٞ فِي ٱلۡأَمۡوَٰلِ وَٱلۡأَوۡلَٰدِۖ كَمَثَلِ غَيۡثٍ أَعۡجَبَ ٱلۡكُفَّارَ نَبَاتُهُۥ ثُمَّ يَهِيجُ فَتَرَىٰهُ مُصۡفَرّٗا ثُمَّ يَكُونُ حُطَٰمٗاۖ وَفِي ٱلۡأٓخِرَةِ عَذَابٞ شَدِيدٞ وَمَغۡفِرَةٞ مِّنَ ٱللَّهِ وَرِضۡوَٰنٞۚ وَمَا ٱلۡحَيَوٰةُ ٱلدُّنۡيَآ إِلَّا مَتَٰعُ ٱلۡغُرُورِ
Weet, dat dit leven slechts een spel en een ijdel vermaak is; en wereldlijke pracht en de zucht naar eer onder u, en de vermeerdering van rijkdommen en kinderen, zijn als de planten, door den regen gevoed, waarvan de opschieting den landman verheugt: later verwelken zij, zoodat gij haar geel ziet worden, en daarna veranderen zij in droge stoppels. En in het volgende leven zal eene gestrenge straf zijn voor hen, die naar wereldsche grootheid hunkeren. En vergiffenis van God, en gunst voor hen, die daarvan afstand doen; want dit tegenwoordige leven is slechts een verblindend schijngenot.
سَابِقُوٓاْ إِلَىٰ مَغۡفِرَةٖ مِّن رَّبِّكُمۡ وَجَنَّةٍ عَرۡضُهَا كَعَرۡضِ ٱلسَّمَآءِ وَٱلۡأَرۡضِ أُعِدَّتۡ لِلَّذِينَ ءَامَنُواْ بِٱللَّهِ وَرُسُلِهِۦۚ ذَٰلِكَ فَضۡلُ ٱللَّهِ يُؤۡتِيهِ مَن يَشَآءُۚ وَٱللَّهُ ذُو ٱلۡفَضۡلِ ٱلۡعَظِيمِ
Wedijvert dus met spoed, om vergiffenis van uwen Heer te verkrijgen en het paradijs, waarvan de uitgebreidheid gelijk is aan de uitgebreidheid van hemel en aarde, en dat gereed gemaakt is voor hen, die in God en zijne gezanten gelooven. Dit is Gods gunst: hij zal die schenken aan wien hem behaagt, en Gods goedheid is oneindig.