إِلَّا بَلَٰغٗا مِّنَ ٱللَّهِ وَرِسَٰلَٰتِهِۦۚ وَمَن يَعۡصِ ٱللَّهَ وَرَسُولَهُۥ فَإِنَّ لَهُۥ نَارَ جَهَنَّمَ خَٰلِدِينَ فِيهَآ أَبَدًا
Ik kan niets meer doen, dan wat mij van God werd geopenbaard, en zijne zendingen openbaar maken. En hij, die God en zijn gezant ongehoorzaam zal zijn, voor dien is het hellevuur gereed gemaakt; eeuwig zal hij daarin verblijven.
حَتَّىٰٓ إِذَا رَأَوۡاْ مَا يُوعَدُونَ فَسَيَعۡلَمُونَ مَنۡ أَضۡعَفُ نَاصِرٗا وَأَقَلُّ عَدَدٗا
Zij zullen hunnen wederstand niet staken, dan nadat zij de wraak gezien zullen hebben, waarmede zij zijn bedreigd; maar dan zullen zij weten, wie onzer zwakker in zijne ondersteuning, en wie kleiner in getal is.
قُلۡ إِنۡ أَدۡرِيٓ أَقَرِيبٞ مَّا تُوعَدُونَ أَمۡ يَجۡعَلُ لَهُۥ رَبِّيٓ أَمَدًا
Zeg hun: Ik weet niet of de straf waarmede gij bedreigd zijt, nabij is, dan wel, of mijn heer die voor een verwijderd tijdstip heeft bepaald.
عَٰلِمُ ٱلۡغَيۡبِ فَلَا يُظۡهِرُ عَلَىٰ غَيۡبِهِۦٓ أَحَدًا
Hij kent de geheimen der toekomst, en hij deelt zijne geheimen aan niemand mede.
إِلَّا مَنِ ٱرۡتَضَىٰ مِن رَّسُولٖ فَإِنَّهُۥ يَسۡلُكُ مِنۢ بَيۡنِ يَدَيۡهِ وَمِنۡ خَلۡفِهِۦ رَصَدٗا
Behalve aan den gezant in wien hij behagen schept, en hij doet eene wacht van engelen voor hem en achter hem gaan.