يَـٰٓأَهۡلَ ٱلۡكِتَٰبِ قَدۡ جَآءَكُمۡ رَسُولُنَا يُبَيِّنُ لَكُمۡ عَلَىٰ فَتۡرَةٖ مِّنَ ٱلرُّسُلِ أَن تَقُولُواْ مَا جَآءَنَا مِنۢ بَشِيرٖ وَلَا نَذِيرٖۖ فَقَدۡ جَآءَكُم بَشِيرٞ وَنَذِيرٞۗ وَٱللَّهُ عَلَىٰ كُلِّ شَيۡءٖ قَدِيرٞ

O gij! die de schriften hebt ontvangen, thans is onze apostel onder u gekomen, om u den waren godsdienst te verklaren, gedurende de schorsing der apostelen, opdat gij niet meer zoudt zeggen: Er kwam niemand tot ons, die goede tijdingen bracht, noch eenige waarschuwer: maar nu is een bode van goede tijdingen en een waarschuwer tot u gekomen; want God is almachtig.


وَإِذۡ قَالَ مُوسَىٰ لِقَوۡمِهِۦ يَٰقَوۡمِ ٱذۡكُرُواْ نِعۡمَةَ ٱللَّهِ عَلَيۡكُمۡ إِذۡ جَعَلَ فِيكُمۡ أَنۢبِيَآءَ وَجَعَلَكُم مُّلُوكٗا وَءَاتَىٰكُم مَّا لَمۡ يُؤۡتِ أَحَدٗا مِّنَ ٱلۡعَٰلَمِينَ

Toen Mozes tot zijn volk zeide: O, mijn volk! gedenk Gods gunst omtrent u, sedert hij profeten onder u heeft aangewezen en u koningen heeft gegeven, en u heeft geschonken, wat hij geene natie ter wereld heeft gegeven.


يَٰقَوۡمِ ٱدۡخُلُواْ ٱلۡأَرۡضَ ٱلۡمُقَدَّسَةَ ٱلَّتِي كَتَبَ ٱللَّهُ لَكُمۡ وَلَا تَرۡتَدُّواْ عَلَىٰٓ أَدۡبَارِكُمۡ فَتَنقَلِبُواْ خَٰسِرِينَ

O, mijn volk! ga het heilige land binnen, dat God voor u heeft bestemd, en wendt u niet om; opdat gij niet omvergeworpen en vernield mocht worden.



الصفحة التالية
Icon