قَالَ فَإِنَّهَا مُحَرَّمَةٌ عَلَيۡهِمۡۛ أَرۡبَعِينَ سَنَةٗۛ يَتِيهُونَ فِي ٱلۡأَرۡضِۚ فَلَا تَأۡسَ عَلَى ٱلۡقَوۡمِ ٱلۡفَٰسِقِينَ

God antwoordde: Waarlijk het land zal hun gedurende veertig jaren ontzegd zijn; gedurende welken tijd zij op de aarde zullen dwalen: pleit dus niet alzoo voor het goddelooze volk.


۞وَٱتۡلُ عَلَيۡهِمۡ نَبَأَ ٱبۡنَيۡ ءَادَمَ بِٱلۡحَقِّ إِذۡ قَرَّبَا قُرۡبَانٗا فَتُقُبِّلَ مِنۡ أَحَدِهِمَا وَلَمۡ يُتَقَبَّلۡ مِنَ ٱلۡأٓخَرِ قَالَ لَأَقۡتُلَنَّكَۖ قَالَ إِنَّمَا يَتَقَبَّلُ ٱللَّهُ مِنَ ٱلۡمُتَّقِينَ

Verhaal hun ook de geschiedenis van de twee zonen van Adam naar waarheid. Toen zij hun offer brachten en het van een hunner werd aangenomen, en het van den andere niet werd aangenomen, zeide Kaïn: Waarlijk ik zal u dooden: Abel antwoordde: God neemt alleen het offer van den vrome aan.


لَئِنۢ بَسَطتَ إِلَيَّ يَدَكَ لِتَقۡتُلَنِي مَآ أَنَا۠ بِبَاسِطٖ يَدِيَ إِلَيۡكَ لِأَقۡتُلَكَۖ إِنِّيٓ أَخَافُ ٱللَّهَ رَبَّ ٱلۡعَٰلَمِينَ

Indien gij zelfs uwe hand tegen mij opheft om mij te dooden, zou ik de mijne niet uitstrekken om u te dooden; want ik vrees God, den heer van alle schepselen.


إِنِّيٓ أُرِيدُ أَن تَبُوٓأَ بِإِثۡمِي وَإِثۡمِكَ فَتَكُونَ مِنۡ أَصۡحَٰبِ ٱلنَّارِۚ وَذَٰلِكَ جَزَـٰٓؤُاْ ٱلظَّـٰلِمِينَ

Ik heb liever dat gij mijne onrechtvaardigheid en uwe eigene onrechtvaardigheid draagt, en dat gij een makker in het vuur verkrijgt; want dat is de belooning van den onrechtvaardige.



الصفحة التالية
Icon