أَلَمۡ يَرَوۡاْ كَمۡ أَهۡلَكۡنَا مِن قَبۡلِهِم مِّن قَرۡنٖ مَّكَّنَّـٰهُمۡ فِي ٱلۡأَرۡضِ مَا لَمۡ نُمَكِّن لَّكُمۡ وَأَرۡسَلۡنَا ٱلسَّمَآءَ عَلَيۡهِم مِّدۡرَارٗا وَجَعَلۡنَا ٱلۡأَنۡهَٰرَ تَجۡرِي مِن تَحۡتِهِمۡ فَأَهۡلَكۡنَٰهُم بِذُنُوبِهِمۡ وَأَنشَأۡنَا مِنۢ بَعۡدِهِمۡ قَرۡنًا ءَاخَرِينَ

Hebben zij niet opgemerkt, hoe vele geslachten wij vóór hen hebben vernietigd. Wij hebben hen op de aarde geplaatst op eene wijze zooals wij u niet hebben geplaatst. Wij hebben den hemel gezonden om overvloed op hen te doen regenen, en gaven hun rivieren, die onder hunnen voet stroomden; daarna hebben wij hen om hunne zonden vernietigd, en hebben andere geslachten na hen doen opstaan.


وَلَوۡ نَزَّلۡنَا عَلَيۡكَ كِتَٰبٗا فِي قِرۡطَاسٖ فَلَمَسُوهُ بِأَيۡدِيهِمۡ لَقَالَ ٱلَّذِينَ كَفَرُوٓاْ إِنۡ هَٰذَآ إِلَّا سِحۡرٞ مُّبِينٞ

Zelfs indien wij hun een boek hadden nedergezonden, op papier geschreven, en zij hadden het met hunne handen aangeraakt, zouden de ongeloovigen zekerlijk hebben gezegd: Dit is slechts tooverij.


وَقَالُواْ لَوۡلَآ أُنزِلَ عَلَيۡهِ مَلَكٞۖ وَلَوۡ أَنزَلۡنَا مَلَكٗا لَّقُضِيَ ٱلۡأَمۡرُ ثُمَّ لَا يُنظَرُونَ

Zij zeggen, dat zoolang geen engel tot hen werd nedergezonden, zij niet zullen gelooven. Maar indien wij een engel hadden nedergezonden, zou hunne zaak reeds bepaald zijn, en zij zouden geen oogenblik berouw gevoeld hebben.



الصفحة التالية
Icon