يَٰبَنِيٓ ءَادَمَ إِمَّا يَأۡتِيَنَّكُمۡ رُسُلٞ مِّنكُمۡ يَقُصُّونَ عَلَيۡكُمۡ ءَايَٰتِي فَمَنِ ٱتَّقَىٰ وَأَصۡلَحَ فَلَا خَوۡفٌ عَلَيۡهِمۡ وَلَا هُمۡ يَحۡزَنُونَ

O kinderen van Adam! waarlijk, profeten van u zullen tot u komen, die u mijne teekens zullen voorzeggen: hij die God zal vreezen en berouw betoonen, zal door geene vrees worden aangedreven; hij zal nimmer bedroefd worden.


وَٱلَّذِينَ كَذَّبُواْ بِـَٔايَٰتِنَا وَٱسۡتَكۡبَرُواْ عَنۡهَآ أُوْلَـٰٓئِكَ أَصۡحَٰبُ ٱلنَّارِۖ هُمۡ فِيهَا خَٰلِدُونَ

Doch zij die onze teekens van valschheid beschuldigen en deze versmaden, zullen de gezellen van het hellevuur zijn en eeuwig daarin verblijven.


فَمَنۡ أَظۡلَمُ مِمَّنِ ٱفۡتَرَىٰ عَلَى ٱللَّهِ كَذِبًا أَوۡ كَذَّبَ بِـَٔايَٰتِهِۦٓۚ أُوْلَـٰٓئِكَ يَنَالُهُمۡ نَصِيبُهُم مِّنَ ٱلۡكِتَٰبِۖ حَتَّىٰٓ إِذَا جَآءَتۡهُمۡ رُسُلُنَا يَتَوَفَّوۡنَهُمۡ قَالُوٓاْ أَيۡنَ مَا كُنتُمۡ تَدۡعُونَ مِن دُونِ ٱللَّهِۖ قَالُواْ ضَلُّواْ عَنَّا وَشَهِدُواْ عَلَىٰٓ أَنفُسِهِمۡ أَنَّهُمۡ كَانُواْ كَٰفِرِينَ

En wie is onrechtvaardiger dan hij, die een leugen tegen God smeedt, of zijne teekens van valschheid beschuldigt? Aan die menschen zal, ingevolge het eeuwige boek, een deel van het goede dezer wereld worden toegekend, tot op het oogenblik, dat onze zendelingen, terwijl zij hen oproepen, hun zullen vragen: Waar zijn de afgoden, die gij naast God hebt aangeroepen? Zij zullen antwoorden: Zij zijn van ons verdwenen; en zij zullen tegen zich zelven getuigen, dat zij ongeloovigen waren.



الصفحة التالية
Icon