فَٱنتَقَمۡنَا مِنۡهُمۡ فَأَغۡرَقۡنَٰهُمۡ فِي ٱلۡيَمِّ بِأَنَّهُمۡ كَذَّبُواْ بِـَٔايَٰتِنَا وَكَانُواْ عَنۡهَا غَٰفِلِينَ

Daarom namen wij wraak op hen en verdronken hen in de Roode Zee, omdat zij onze teekens van valschheid beschuldigd en verwaarloosd hadden.


وَأَوۡرَثۡنَا ٱلۡقَوۡمَ ٱلَّذِينَ كَانُواْ يُسۡتَضۡعَفُونَ مَشَٰرِقَ ٱلۡأَرۡضِ وَمَغَٰرِبَهَا ٱلَّتِي بَٰرَكۡنَا فِيهَاۖ وَتَمَّتۡ كَلِمَتُ رَبِّكَ ٱلۡحُسۡنَىٰ عَلَىٰ بَنِيٓ إِسۡرَـٰٓءِيلَ بِمَا صَبَرُواْۖ وَدَمَّرۡنَا مَا كَانَ يَصۡنَعُ فِرۡعَوۡنُ وَقَوۡمُهُۥ وَمَا كَانُواْ يَعۡرِشُونَ

En wij deden het zwakke volk de oostelijke en westelijke streken der aarde erven, welke wij met vruchtbaarheid zegenden, en het genadige woord van uwen Heer in de kinderen Israël vervuld, omdat zij met geduld hadden geleden, en wij verwoestten de werken, welke Pharao en zijn volk hadden gemaakt, en datgene wat zij hadden opgericht.


وَجَٰوَزۡنَا بِبَنِيٓ إِسۡرَـٰٓءِيلَ ٱلۡبَحۡرَ فَأَتَوۡاْ عَلَىٰ قَوۡمٖ يَعۡكُفُونَ عَلَىٰٓ أَصۡنَامٖ لَّهُمۡۚ قَالُواْ يَٰمُوسَى ٱجۡعَل لَّنَآ إِلَٰهٗا كَمَا لَهُمۡ ءَالِهَةٞۚ قَالَ إِنَّكُمۡ قَوۡمٞ تَجۡهَلُونَ

En wij deden den kinderen Israëls door de zee trekken, en zij kwamen tot een volk, dat afgoden aanbad, en zij zeiden: O Mozes! maak ons een God, evenzoo als de goden van dit volk. Mozes antwoordde: Waarlijk, gij zijt een onwetend volk.



الصفحة التالية
Icon