وَإِذۡ قَالُواْ ٱللَّهُمَّ إِن كَانَ هَٰذَا هُوَ ٱلۡحَقَّ مِنۡ عِندِكَ فَأَمۡطِرۡ عَلَيۡنَا حِجَارَةٗ مِّنَ ٱلسَّمَآءِ أَوِ ٱئۡتِنَا بِعَذَابٍ أَلِيمٖ

En toen zij zeiden: O God! indien dit de waarheid van u is, laat dan steenen uit den hemel op ons nedervallen, of leg ons eene andere gestrenge straf op.


وَمَا كَانَ ٱللَّهُ لِيُعَذِّبَهُمۡ وَأَنتَ فِيهِمۡۚ وَمَا كَانَ ٱللَّهُ مُعَذِّبَهُمۡ وَهُمۡ يَسۡتَغۡفِرُونَ

Maar God was niet geneigd hen te straffen, zoolang gij u onder hen bevondt, noch was God geneigd hen te straffen, toen zij vergiffenis vroegen.


وَمَا لَهُمۡ أَلَّا يُعَذِّبَهُمُ ٱللَّهُ وَهُمۡ يَصُدُّونَ عَنِ ٱلۡمَسۡجِدِ ٱلۡحَرَامِ وَمَا كَانُوٓاْ أَوۡلِيَآءَهُۥٓۚ إِنۡ أَوۡلِيَآؤُهُۥٓ إِلَّا ٱلۡمُتَّقُونَ وَلَٰكِنَّ أَكۡثَرَهُمۡ لَا يَعۡلَمُونَ

Maar zij kunnen geene verontschuldiging aanvoeren, waarom God hen niet zou straffen, naardien zij de geloovigen hebben belet, den heiligen tempel te bezoeken, hoewel zij er de bewakers niet van zijn. De bewakers daarvan zijn alleen, die God vreezen; maar het grootste deel hunner weet het niet.


وَمَا كَانَ صَلَاتُهُمۡ عِندَ ٱلۡبَيۡتِ إِلَّا مُكَآءٗ وَتَصۡدِيَةٗۚ فَذُوقُواْ ٱلۡعَذَابَ بِمَا كُنتُمۡ تَكۡفُرُونَ

En hun gebed in het huis des Heeren is geen ander dan gefluit en handgeklap. Ondergaat dus de straf, omdat gij ongeloovigen zijt geweest.



الصفحة التالية
Icon