فَإِذَا ٱنسَلَخَ ٱلۡأَشۡهُرُ ٱلۡحُرُمُ فَٱقۡتُلُواْ ٱلۡمُشۡرِكِينَ حَيۡثُ وَجَدتُّمُوهُمۡ وَخُذُوهُمۡ وَٱحۡصُرُوهُمۡ وَٱقۡعُدُواْ لَهُمۡ كُلَّ مَرۡصَدٖۚ فَإِن تَابُواْ وَأَقَامُواْ ٱلصَّلَوٰةَ وَءَاتَوُاْ ٱلزَّكَوٰةَ فَخَلُّواْ سَبِيلَهُمۡۚ إِنَّ ٱللَّهَ غَفُورٞ رَّحِيمٞ
En wanneer de maanden, waarin het u niet geoorloofd is hen aan te vallen, zullen zijn verloopen, dood dan de afgodendienaars waar gij hen moogt vinden; maak hen gevangen, beleger hen en wacht hen op iedere geschikte plaats op. Maar indien zij berouw mochten betoonen, en de bepaalde tijden voor het gebed in acht nemen en de voorgeschrevene aalmoezen geven, stel hen dan in vrijheid; uw God is genadig en barmhartig.
وَإِنۡ أَحَدٞ مِّنَ ٱلۡمُشۡرِكِينَ ٱسۡتَجَارَكَ فَأَجِرۡهُ حَتَّىٰ يَسۡمَعَ كَلَٰمَ ٱللَّهِ ثُمَّ أَبۡلِغۡهُ مَأۡمَنَهُۥۚ ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمۡ قَوۡمٞ لَّا يَعۡلَمُونَ
En indien een der afgodendienaars u ondersteuning vraagt, verleen hen die, opdat hij Gods woord hoore, en voer hem daarna naar eene veilige plaats. Dit zult gij doen; want zij kennen de uitnemendheid van uwen godsdienst nog niet.
كَيۡفَ يَكُونُ لِلۡمُشۡرِكِينَ عَهۡدٌ عِندَ ٱللَّهِ وَعِندَ رَسُولِهِۦٓ إِلَّا ٱلَّذِينَ عَٰهَدتُّمۡ عِندَ ٱلۡمَسۡجِدِ ٱلۡحَرَامِۖ فَمَا ٱسۡتَقَٰمُواْ لَكُمۡ فَٱسۡتَقِيمُواْ لَهُمۡۚ إِنَّ ٱللَّهَ يُحِبُّ ٱلۡمُتَّقِينَ
Hoe zouden de afgodendienaars tot een verbond met God en zijn gezant worden toegelaten, uitgenomen zij met welke gij een verbond in den heiligen tempel sluit. Zoo lang zij getrouw omtrent u handelen, handel ook gij getrouw omtrent hen; want God bemint hen, die hem vreezen.