إِنَّ ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ وَعَمِلُواْ ٱلصَّـٰلِحَٰتِ يَهۡدِيهِمۡ رَبُّهُم بِإِيمَٰنِهِمۡۖ تَجۡرِي مِن تَحۡتِهِمُ ٱلۡأَنۡهَٰرُ فِي جَنَّـٰتِ ٱلنَّعِيمِ
Maar wat degenen betreft die gelooven en rechtvaardig handelen, hun Heer zal hen, om hun geloof, leiden; zij zullen rivieren bezitten die door lusttuinen stroomen.
دَعۡوَىٰهُمۡ فِيهَا سُبۡحَٰنَكَ ٱللَّهُمَّ وَتَحِيَّتُهُمۡ فِيهَا سَلَٰمٞۚ وَءَاخِرُ دَعۡوَىٰهُمۡ أَنِ ٱلۡحَمۡدُ لِلَّهِ رَبِّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
Daar zal hun gebed zijn: Geloofd zijt gij o God! en daar zal hunne groete zijn: Vrede! En het einde van hun gebed zal zijn: Geloofd zij God, de Heer van alle schepselen!
۞وَلَوۡ يُعَجِّلُ ٱللَّهُ لِلنَّاسِ ٱلشَّرَّ ٱسۡتِعۡجَالَهُم بِٱلۡخَيۡرِ لَقُضِيَ إِلَيۡهِمۡ أَجَلُهُمۡۖ فَنَذَرُ ٱلَّذِينَ لَا يَرۡجُونَ لِقَآءَنَا فِي طُغۡيَٰنِهِمۡ يَعۡمَهُونَ
Indien God het kwade bij de menschen wilde verhaasten, zooals hunne begeerte is om het goede te zien bespoedigen, waarlijk, dan zou hun einde spoedig gekomen zijn; maar wij laten hen, die ons niet na hunnen dood hopen te zien, zich blindelings aan hunne dwalingen overgeven.
وَإِذَا مَسَّ ٱلۡإِنسَٰنَ ٱلضُّرُّ دَعَانَا لِجَنۢبِهِۦٓ أَوۡ قَاعِدًا أَوۡ قَآئِمٗا فَلَمَّا كَشَفۡنَا عَنۡهُ ضُرَّهُۥ مَرَّ كَأَن لَّمۡ يَدۡعُنَآ إِلَىٰ ضُرّٖ مَّسَّهُۥۚ كَذَٰلِكَ زُيِّنَ لِلۡمُسۡرِفِينَ مَا كَانُواْ يَعۡمَلُونَ
Indien een mensch kwaad overkomt, bidt hij tot ons, liggende op zijne zijde, of zittende of staande, maar indien wij hem van zijne bedroeving verlossen, vervolgt hij zijne vroegere levenswijze, alsof hij ons niet had aangeroepen om hem tegen het kwaad te verdedigen, dat hem was overkomen. Zoo werd dus, wat de zondaren bedreven, hun voorbereid.