أَلَآ إِنَّ لِلَّهِ مَا فِي ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِۗ أَلَآ إِنَّ وَعۡدَ ٱللَّهِ حَقّٞ وَلَٰكِنَّ أَكۡثَرَهُمۡ لَا يَعۡلَمُونَ
Behoort niet alles wat in den hemel en wat op aarde is aan God? Is Gods belofte geene waarheid? Maar het grootste deel hunner weet het niet.
هُوَ يُحۡيِۦ وَيُمِيتُ وَإِلَيۡهِ تُرۡجَعُونَ
Hij geeft leven en hij doet sterven, en tot hem zult gij allen terugkeeren.
يَـٰٓأَيُّهَا ٱلنَّاسُ قَدۡ جَآءَتۡكُم مَّوۡعِظَةٞ مِّن رَّبِّكُمۡ وَشِفَآءٞ لِّمَا فِي ٱلصُّدُورِ وَهُدٗى وَرَحۡمَةٞ لِّلۡمُؤۡمِنِينَ
O menschen! thans is eene waarschuwinge van uwen Heer tot u gekomen en een geneesmiddel voor den twijfel, die in uwe borst bestaat, en eene leiding en genade voor de ware geloovigen
قُلۡ بِفَضۡلِ ٱللَّهِ وَبِرَحۡمَتِهِۦ فَبِذَٰلِكَ فَلۡيَفۡرَحُواْ هُوَ خَيۡرٞ مِّمَّا يَجۡمَعُونَ
Zeg: Door de genade van God en zijne barmhartigheid; dat zij er zich dus in verheugen; dit zal hun voordeeliger zijn dan de wereldsche rijkdommen, welke zij bijeenvergâren.
قُلۡ أَرَءَيۡتُم مَّآ أَنزَلَ ٱللَّهُ لَكُم مِّن رِّزۡقٖ فَجَعَلۡتُم مِّنۡهُ حَرَامٗا وَحَلَٰلٗا قُلۡ ءَآللَّهُ أَذِنَ لَكُمۡۖ أَمۡ عَلَى ٱللَّهِ تَفۡتَرُونَ
Zeg: verhaal mij van datgene wat God u tot voedsel heeft nedergezonden, hebt gij een deel geoorloofd en een ander deel ongeoorloofd verklaard? Zeg: Heeft God u geoorloofd, dit onderscheid te maken, of denkt gij eene leugen tegen God uit?