قَالُواْ يَٰهُودُ مَا جِئۡتَنَا بِبَيِّنَةٖ وَمَا نَحۡنُ بِتَارِكِيٓ ءَالِهَتِنَا عَن قَوۡلِكَ وَمَا نَحۡنُ لَكَ بِمُؤۡمِنِينَ

Zij antwoordden: O Hoed! gij hebt ons geen bewijs gebracht van hetgeen gij meldt: wij willen dus onze goden niet verlaten, om hetgeen gij zegt: wij gelooven u niet.


إِن نَّقُولُ إِلَّا ٱعۡتَرَىٰكَ بَعۡضُ ءَالِهَتِنَا بِسُوٓءٖۗ قَالَ إِنِّيٓ أُشۡهِدُ ٱللَّهَ وَٱشۡهَدُوٓاْ أَنِّي بَرِيٓءٞ مِّمَّا تُشۡرِكُونَ

Wij zeggen niet anders, dan dat sommige onzer goden u met droefheid hebben getroffen, en hij antwoordde: Waarlijk, ik roep God tot getuige, en legt ook gij getuigenis af, dat ik onschuldig er aan ben, dat gij andere goden met God vereenigt.


مِن دُونِهِۦۖ فَكِيدُونِي جَمِيعٗا ثُمَّ لَا تُنظِرُونِ

Spant dus allen tegen mij samen en draalt niet.


إِنِّي تَوَكَّلۡتُ عَلَى ٱللَّهِ رَبِّي وَرَبِّكُمۚ مَّا مِن دَآبَّةٍ إِلَّا هُوَ ءَاخِذُۢ بِنَاصِيَتِهَآۚ إِنَّ رَبِّي عَلَىٰ صِرَٰطٖ مُّسۡتَقِيمٖ

Want ik stel mijn vertrouwen in God, mijn en uw Heer. Er is geen dier dat hij niet van voren bij zijn haarlok vasthoudt. Waarlijk, mijn Heer bewandelt den rechten weg.


فَإِن تَوَلَّوۡاْ فَقَدۡ أَبۡلَغۡتُكُم مَّآ أُرۡسِلۡتُ بِهِۦٓ إِلَيۡكُمۡۚ وَيَسۡتَخۡلِفُ رَبِّي قَوۡمًا غَيۡرَكُمۡ وَلَا تَضُرُّونَهُۥ شَيۡـًٔاۚ إِنَّ رَبِّي عَلَىٰ كُلِّ شَيۡءٍ حَفِيظٞ

Maar indien gij u afwendt, heb ik u reeds datgene verklaard, waarmede ik tot u werd gezonden, en mijn Heer zal een ander volk in uwe plaats stellen, en gij zult hem volstrekt niet deren, want mijn Heer is de bewaker van alle dingen.



الصفحة التالية
Icon