هُوَ ٱلَّذِي يُرِيكُمُ ٱلۡبَرۡقَ خَوۡفٗا وَطَمَعٗا وَيُنشِئُ ٱلسَّحَابَ ٱلثِّقَالَ
Hij is het die den bliksem voor u doet verschijnen, om vrees in te boezemen en hoop op te wekken, en die de bezwangerde wolken vormt.
وَيُسَبِّحُ ٱلرَّعۡدُ بِحَمۡدِهِۦ وَٱلۡمَلَـٰٓئِكَةُ مِنۡ خِيفَتِهِۦ وَيُرۡسِلُ ٱلصَّوَٰعِقَ فَيُصِيبُ بِهَا مَن يَشَآءُ وَهُمۡ يُجَٰدِلُونَ فِي ٱللَّهِ وَهُوَ شَدِيدُ ٱلۡمِحَالِ
De donder verheft zijnen lof, en de engelen doen het vol vrees voor hem. Hij zendt zijne bliksemschichten en treft daarmede wien het hem behaagt, terwijl gij nopens God twist; want hij is de almachtige, de wijze.
لَهُۥ دَعۡوَةُ ٱلۡحَقِّۚ وَٱلَّذِينَ يَدۡعُونَ مِن دُونِهِۦ لَا يَسۡتَجِيبُونَ لَهُم بِشَيۡءٍ إِلَّا كَبَٰسِطِ كَفَّيۡهِ إِلَى ٱلۡمَآءِ لِيَبۡلُغَ فَاهُ وَمَا هُوَ بِبَٰلِغِهِۦۚ وَمَا دُعَآءُ ٱلۡكَٰفِرِينَ إِلَّا فِي ضَلَٰلٖ
Hij alleen is waardig te worden aangebeden, en de afgoden, die zij naast hem aanroepen, zullen hen volstrekt niet hooren; evenmin als degeen wordt verhoord, die zijne handen naar het water uitstrekt, opdat het tot zijn mond opstijge, ofschoon het hem nimmer kunne bereiken; de smeeking der ongeloovigen is geheel verkeerd.
وَلِلَّهِۤ يَسۡجُدُۤ مَن فِي ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِ طَوۡعٗا وَكَرۡهٗا وَظِلَٰلُهُم بِٱلۡغُدُوِّ وَٱلۡأٓصَالِ۩
Alles wat in den hemel en op aarde is, aanbidt God vrijwillig of gedwongen, evenals hunne schaduwen des ochtends en des avonds zich voor hem buigen.