وَلَنُسۡكِنَنَّكُمُ ٱلۡأَرۡضَ مِنۢ بَعۡدِهِمۡۚ ذَٰلِكَ لِمَنۡ خَافَ مَقَامِي وَخَافَ وَعِيدِ
En wij zullen u na hen op aarde doen wonen. Dit is de belooning van hen, die mij en mijne bedreigingen vreezen.
وَٱسۡتَفۡتَحُواْ وَخَابَ كُلُّ جَبَّارٍ عَنِيدٖ
En zij vroegen ondersteuning van God, en ieder hoovaardig en oproerig mensch werd vernietigd.
مِّن وَرَآئِهِۦ جَهَنَّمُ وَيُسۡقَىٰ مِن مَّآءٖ صَدِيدٖ
De hel ligt onzichtbaar voor hem en hij zal vuil water te drinken ontvangen.
يَتَجَرَّعُهُۥ وَلَا يَكَادُ يُسِيغُهُۥ وَيَأۡتِيهِ ٱلۡمَوۡتُ مِن كُلِّ مَكَانٖ وَمَا هُوَ بِمَيِّتٖۖ وَمِن وَرَآئِهِۦ عَذَابٌ غَلِيظٞ
Hij zal het met kleine teugen afslokken, en hij zal het niet licht door zijne keel kunnen doen gaan, door de walgelijkheid; de dood zal hem van alle kanten aanstaren, maar hij zal niet sterven, en voor hem zal eene grievende pijniging gereed zijn.
مَّثَلُ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ بِرَبِّهِمۡۖ أَعۡمَٰلُهُمۡ كَرَمَادٍ ٱشۡتَدَّتۡ بِهِ ٱلرِّيحُ فِي يَوۡمٍ عَاصِفٖۖ لَّا يَقۡدِرُونَ مِمَّا كَسَبُواْ عَلَىٰ شَيۡءٖۚ ذَٰلِكَ هُوَ ٱلضَّلَٰلُ ٱلۡبَعِيدُ
Dit is de gelijkenis van hen die niet in hunnen Heer gelooven. Hunne werken zijn gelijk aan asch, die door den wind op een stormachtigen dag wordt voortgedreven; zij zullen niet in staat zijn, een blijvend voordeel te verkrijgen van hetgeen zij hebben bedreven. Dit is eene dwaling, die zeer ver van de waarheid is verwijderd.