وَلَا تَأۡكُلُوٓاْ أَمۡوَٰلَكُم بَيۡنَكُم بِٱلۡبَٰطِلِ وَتُدۡلُواْ بِهَآ إِلَى ٱلۡحُكَّامِ لِتَأۡكُلُواْ فَرِيقٗا مِّنۡ أَمۡوَٰلِ ٱلنَّاسِ بِٱلۡإِثۡمِ وَأَنتُمۡ تَعۡلَمُونَ
Verteert uw vermogen niet onder u in ijdele zaken; besteekt den rechter niet daarmede, om het vermogen van uwe naasten onrechtvaardig, tegen uw eigen geweten, te bekomen.
۞يَسۡـَٔلُونَكَ عَنِ ٱلۡأَهِلَّةِۖ قُلۡ هِيَ مَوَٰقِيتُ لِلنَّاسِ وَٱلۡحَجِّۗ وَلَيۡسَ ٱلۡبِرُّ بِأَن تَأۡتُواْ ٱلۡبُيُوتَ مِن ظُهُورِهَا وَلَٰكِنَّ ٱلۡبِرَّ مَنِ ٱتَّقَىٰۗ وَأۡتُواْ ٱلۡبُيُوتَ مِنۡ أَبۡوَٰبِهَاۚ وَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ لَعَلَّكُمۡ تُفۡلِحُونَ
Zij zullen u ondervragen omtrent de maansveranderingen. Antwoord; zij dienen om den mensch den tijd en de bedevaart naar Mekka te bepalen. De gerechtigheid bestaat niet daarin, dat gij uwe huizen van achteren ingaat; maar hij is rechtvaardig, die God vreest. Gaat daarom uwe huizen door de deur binnen, en vreest God, opdat gij gelukkig moogt zijn
وَقَٰتِلُواْ فِي سَبِيلِ ٱللَّهِ ٱلَّذِينَ يُقَٰتِلُونَكُمۡ وَلَا تَعۡتَدُوٓاْۚ إِنَّ ٱللَّهَ لَا يُحِبُّ ٱلۡمُعۡتَدِينَ
Strijdt voor Gods weg tegen hen die u bestrijden, maar begaat geene ongerechtigheid en begint niet met de vijandelijkheden; want God bemint de zondaren niet.
وَٱقۡتُلُوهُمۡ حَيۡثُ ثَقِفۡتُمُوهُمۡ وَأَخۡرِجُوهُم مِّنۡ حَيۡثُ أَخۡرَجُوكُمۡۚ وَٱلۡفِتۡنَةُ أَشَدُّ مِنَ ٱلۡقَتۡلِۚ وَلَا تُقَٰتِلُوهُمۡ عِندَ ٱلۡمَسۡجِدِ ٱلۡحَرَامِ حَتَّىٰ يُقَٰتِلُوكُمۡ فِيهِۖ فَإِن قَٰتَلُوكُمۡ فَٱقۡتُلُوهُمۡۗ كَذَٰلِكَ جَزَآءُ ٱلۡكَٰفِرِينَ
Doodt hen overal waar gij hen vindt, verdrijft hen van waar zij u verdrijven; want de verzoeking tot afgoderij is sterker dan de doodslag. Bestrijdt hen nochtans niet in de nabijheid van den heiligen tempel: zoo ze u echter daar aangrijpen, doodt hen ook daar. Dit zij het loon der ongeloovigen.