وَلَوۡ فَتَحۡنَا عَلَيۡهِم بَابٗا مِّنَ ٱلسَّمَآءِ فَظَلُّواْ فِيهِ يَعۡرُجُونَ
Indien wij hun de poorten der hemelen zouden ontsluiten, en zij reeds gereed zouden zijn daar binnen te gaan.
لَقَالُوٓاْ إِنَّمَا سُكِّرَتۡ أَبۡصَٰرُنَا بَلۡ نَحۡنُ قَوۡمٞ مَّسۡحُورُونَ
Zouden zij veeleer uitroepen: Onze oogen zijn slechts verblind door dronkenschap, of wij bevinden ons onder den indruk eener zinsbeguicheling.
وَلَقَدۡ جَعَلۡنَا فِي ٱلسَّمَآءِ بُرُوجٗا وَزَيَّنَّـٰهَا لِلنَّـٰظِرِينَ
Wij hebben de twaalf teekens in den hemel geplaatst en die in verschillende vormen voorgesteld voor hen, die acht geven.
وَحَفِظۡنَٰهَا مِن كُلِّ شَيۡطَٰنٖ رَّجِيمٍ
Wij verdedigen deze tegen de aanslagen van iederen duivel welke met steenworpen werd teruggedreven.
إِلَّا مَنِ ٱسۡتَرَقَ ٱلسَّمۡعَ فَأَتۡبَعَهُۥ شِهَابٞ مُّبِينٞ
Behalve hij, die aansluipt om te luisteren, en op wien dan eene zichtbare vlam wordt afgeschoten.
وَٱلۡأَرۡضَ مَدَدۡنَٰهَا وَأَلۡقَيۡنَا فِيهَا رَوَٰسِيَ وَأَنۢبَتۡنَا فِيهَا مِن كُلِّ شَيۡءٖ مَّوۡزُونٖ
Wij hebben ook de aarde uitgespreid en vaste bergen daarop geplaatst, en wij hebben alle planten in eene bewonderingswaardige orde daaruit doen spruiten.