يَوۡمَئِذٖ يَتَّبِعُونَ ٱلدَّاعِيَ لَا عِوَجَ لَهُۥۖ وَخَشَعَتِ ٱلۡأَصۡوَاتُ لِلرَّحۡمَٰنِ فَلَا تَسۡمَعُ إِلَّا هَمۡسٗا

Op dien dag zal de mensch den engel volgen, die hem tot het oordeel zal oproepen, niemand zal de macht hebben zich van deze af te wenden en hunne stemmen zullen zacht klinken voor den Barmhartige; ook zult gij niets anders hooren dan den doffen klank van hunnen voet.


يَوۡمَئِذٖ لَّا تَنفَعُ ٱلشَّفَٰعَةُ إِلَّا مَنۡ أَذِنَ لَهُ ٱلرَّحۡمَٰنُ وَرَضِيَ لَهُۥ قَوۡلٗا

Op dien dag zal de tusschenkomst van niemand voor den ander voordeelig zijn, behalve van hem, aan wien de Barmhartige verlof zal gegeven hebben en die de bekentenis van het ware geloof zal hebben uitgesproken.


يَعۡلَمُ مَا بَيۡنَ أَيۡدِيهِمۡ وَمَا خَلۡفَهُمۡ وَلَا يُحِيطُونَ بِهِۦ عِلۡمٗا

God kent wat vóór hen en wat achter hen is, maar ze begrijpen dat niet.


۞وَعَنَتِ ٱلۡوُجُوهُ لِلۡحَيِّ ٱلۡقَيُّومِۖ وَقَدۡ خَابَ مَنۡ حَمَلَ ظُلۡمٗا

Hunne gezichten zullen voor den levenden en den onveranderlijken God vernederd worden. En hij die zijne onrechtvaardigheid draagt, zal ongelukkig worden.


وَمَن يَعۡمَلۡ مِنَ ٱلصَّـٰلِحَٰتِ وَهُوَ مُؤۡمِنٞ فَلَا يَخَافُ ظُلۡمٗا وَلَا هَضۡمٗا

Maar hij die goede werken doet en een waar geloovige is, zal geene onrechtvaardigheid of geene vermindering vreezen van zijne belooning door God.



الصفحة التالية
Icon