ثُمَّ أَنشَأۡنَا مِنۢ بَعۡدِهِمۡ قَرۡنًا ءَاخَرِينَ

Daarop deden wij een ander geslacht na hen opstaan.


فَأَرۡسَلۡنَا فِيهِمۡ رَسُولٗا مِّنۡهُمۡ أَنِ ٱعۡبُدُواْ ٱللَّهَ مَا لَكُم مِّنۡ إِلَٰهٍ غَيۡرُهُۥٓۚ أَفَلَا تَتَّقُونَ

En wij zonden hun een apostel uit hen, die zeide: Aanbidt God; gij hebt geen God buiten hem: zoudt gij dus zijne wraak niet vreezen?


وَقَالَ ٱلۡمَلَأُ مِن قَوۡمِهِ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ وَكَذَّبُواْ بِلِقَآءِ ٱلۡأٓخِرَةِ وَأَتۡرَفۡنَٰهُمۡ فِي ٱلۡحَيَوٰةِ ٱلدُّنۡيَا مَا هَٰذَآ إِلَّا بَشَرٞ مِّثۡلُكُمۡ يَأۡكُلُ مِمَّا تَأۡكُلُونَ مِنۡهُ وَيَشۡرَبُ مِمَّا تَشۡرَبُونَ

En de opperhoofden van zijn volk, dat niet geloofde, dat de ontmoeting des volgenden levens loochende, en aan hetwelk wij overvloed in dit leven schonken, zeiden: Dit is slechts een mensch zooals gij zijt: hij eet van hetgeen gij eet. En hij drinkt van hetgeen gij drinkt.


وَلَئِنۡ أَطَعۡتُم بَشَرٗا مِّثۡلَكُمۡ إِنَّكُمۡ إِذٗا لَّخَٰسِرُونَ

En indien gij een mensch gehoorzaamt, die met u gelijk staat, waarlijk, dan zijt gij verloren.


أَيَعِدُكُمۡ أَنَّكُمۡ إِذَا مِتُّمۡ وَكُنتُمۡ تُرَابٗا وَعِظَٰمًا أَنَّكُم مُّخۡرَجُونَ

Dreigt hij u dat gij, nadat gij dood zijt, en tot stof en beenderen zijt geworden, levend uit uwe graven zult worden voortgebracht?



الصفحة التالية
Icon