وَلَمَّا بَرَزُواْ لِجَالُوتَ وَجُنُودِهِۦ قَالُواْ رَبَّنَآ أَفۡرِغۡ عَلَيۡنَا صَبۡرٗا وَثَبِّتۡ أَقۡدَامَنَا وَٱنصُرۡنَا عَلَى ٱلۡقَوۡمِ ٱلۡكَٰفِرِينَ
Toen zij nu tot den strijd met Jalut en zijn leger optrokken, zeiden zij: O Heer! stort geduld over ons uit, sterk onzen voet en help ons tegen dit ongeloovige volk.
فَهَزَمُوهُم بِإِذۡنِ ٱللَّهِ وَقَتَلَ دَاوُۥدُ جَالُوتَ وَءَاتَىٰهُ ٱللَّهُ ٱلۡمُلۡكَ وَٱلۡحِكۡمَةَ وَعَلَّمَهُۥ مِمَّا يَشَآءُۗ وَلَوۡلَا دَفۡعُ ٱللَّهِ ٱلنَّاسَ بَعۡضَهُم بِبَعۡضٖ لَّفَسَدَتِ ٱلۡأَرۡضُ وَلَٰكِنَّ ٱللَّهَ ذُو فَضۡلٍ عَلَى ٱلۡعَٰلَمِينَ
Door Gods wil overwonnen zij, en David doodde Jalut. En God gaf hem het rijk en wijsheid, en leerde hem, wat hij wilde. Zou God den mensch niet door den mensch binnen de grenzen houden, dan ware de aarde reeds verdorven. Maar God is genadig voor zijne schepselen.
تِلۡكَ ءَايَٰتُ ٱللَّهِ نَتۡلُوهَا عَلَيۡكَ بِٱلۡحَقِّۚ وَإِنَّكَ لَمِنَ ٱلۡمُرۡسَلِينَ
Dit zijn de teekens van God, en wij openbaren u die in waarheid; want gij behoort tot de gezanten.
۞تِلۡكَ ٱلرُّسُلُ فَضَّلۡنَا بَعۡضَهُمۡ عَلَىٰ بَعۡضٖۘ مِّنۡهُم مَّن كَلَّمَ ٱللَّهُۖ وَرَفَعَ بَعۡضَهُمۡ دَرَجَٰتٖۚ وَءَاتَيۡنَا عِيسَى ٱبۡنَ مَرۡيَمَ ٱلۡبَيِّنَٰتِ وَأَيَّدۡنَٰهُ بِرُوحِ ٱلۡقُدُسِۗ وَلَوۡ شَآءَ ٱللَّهُ مَا ٱقۡتَتَلَ ٱلَّذِينَ مِنۢ بَعۡدِهِم مِّنۢ بَعۡدِ مَا جَآءَتۡهُمُ ٱلۡبَيِّنَٰتُ وَلَٰكِنِ ٱخۡتَلَفُواْ فَمِنۡهُم مَّنۡ ءَامَنَ وَمِنۡهُم مَّن كَفَرَۚ وَلَوۡ شَآءَ ٱللَّهُ مَا ٱقۡتَتَلُواْ وَلَٰكِنَّ ٱللَّهَ يَفۡعَلُ مَا يُرِيدُ
Onder de apostelen hebben wij eenigen boven de anderen bevoorrecht. Met eenige sprak God zelf, anderen bevoorrechte hij nog meer. Jezus, den zoon van Maria, gaven wij kracht van teekenen en versterkten hem met den heiligen geest. Indien God gewild had, dan zouden de later levenden, nadat hun zulke duidelijke teekens waren geopenbaard, niet van meening verschillen. Maar zij zijn van verschillende meening. Eenige gelooven, anderen gelooven niet. En indien het Gode behaagd had, zouden zij niet onder elkander strijden; maar God doet wat hij wil.