وَلَوۡلَا فَضۡلُ ٱللَّهِ عَلَيۡكُمۡ وَرَحۡمَتُهُۥ فِي ٱلدُّنۡيَا وَٱلۡأٓخِرَةِ لَمَسَّكُمۡ فِي مَآ أَفَضۡتُمۡ فِيهِ عَذَابٌ عَظِيمٌ
Ware het niet door Gods lankmoedigheid omtrent u, en zijne genade in deze wereld en in de volgende, waarlijk, dan zou u eene gestrenge straf opgelegd zijn geworden voor de lastering welke gij hebt verspreid,
إِذۡ تَلَقَّوۡنَهُۥ بِأَلۡسِنَتِكُمۡ وَتَقُولُونَ بِأَفۡوَاهِكُم مَّا لَيۡسَ لَكُم بِهِۦ عِلۡمٞ وَتَحۡسَبُونَهُۥ هَيِّنٗا وَهُوَ عِندَ ٱللَّهِ عَظِيمٞ
Toen gij datgene met uwe tongen openbaardet en met uwen mond spraakt, waarvan gij geene kennis hebt, en het licht achttet, terwijl het eene belangrijke zaak in Gods oogen was.
وَلَوۡلَآ إِذۡ سَمِعۡتُمُوهُ قُلۡتُم مَّا يَكُونُ لَنَآ أَن نَّتَكَلَّمَ بِهَٰذَا سُبۡحَٰنَكَ هَٰذَا بُهۡتَٰنٌ عَظِيمٞ
Zeidet gij, toen gij het hoordet: Het voegt ons niet daarover te spreken. God beware! Dit is eene groote lastering.
يَعِظُكُمُ ٱللَّهُ أَن تَعُودُواْ لِمِثۡلِهِۦٓ أَبَدًا إِن كُنتُم مُّؤۡمِنِينَ
God heeft u gewaarschuwd, opdat gij voortaan niet tot dezelfde misdaad moogt terugkeeren, indien gij ware geloovige zijt.
وَيُبَيِّنُ ٱللَّهُ لَكُمُ ٱلۡأٓيَٰتِۚ وَٱللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ
En God verklaart u zijne teekenen; want God is alwetend en wijs.