وَإِن يَكُن لَّهُمُ ٱلۡحَقُّ يَأۡتُوٓاْ إِلَيۡهِ مُذۡعِنِينَ
Maar indien het recht aan hunne zijde ware, zouden zij gekomen zijn en zich aan hem hebben onderworpen.
أَفِي قُلُوبِهِم مَّرَضٌ أَمِ ٱرۡتَابُوٓاْ أَمۡ يَخَافُونَ أَن يَحِيفَ ٱللَّهُ عَلَيۡهِمۡ وَرَسُولُهُۥۚ بَلۡ أُوْلَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلظَّـٰلِمُونَ
Zetelt er eene ziekte in hun hart? twijfelen zij? of vreezen zij dat God en zijn gezant onrechtvaardig omtrent hen zullen handelen? Maar zij zijn boozen.
إِنَّمَا كَانَ قَوۡلَ ٱلۡمُؤۡمِنِينَ إِذَا دُعُوٓاْ إِلَى ٱللَّهِ وَرَسُولِهِۦ لِيَحۡكُمَ بَيۡنَهُمۡ أَن يَقُولُواْ سَمِعۡنَا وَأَطَعۡنَاۚ وَأُوْلَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلۡمُفۡلِحُونَ
De woorden der ware geloovigen, als zij voor God en zijn gezant worden opgeroepen, om gericht te worden, zijn slechts: Wij hebben gehoord en gehoorzamen; en zij zijn het die voorspoed zullen genieten.
وَمَن يُطِعِ ٱللَّهَ وَرَسُولَهُۥ وَيَخۡشَ ٱللَّهَ وَيَتَّقۡهِ فَأُوْلَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلۡفَآئِزُونَ
Zij die God en zijn gezant zullen gehoorzamen en God vreezen, en ootmoedig nopens hem zullen zijn, zullen eene groote gelukzaligheid genieten.
۞وَأَقۡسَمُواْ بِٱللَّهِ جَهۡدَ أَيۡمَٰنِهِمۡ لَئِنۡ أَمَرۡتَهُمۡ لَيَخۡرُجُنَّۖ قُل لَّا تُقۡسِمُواْۖ طَاعَةٞ مَّعۡرُوفَةٌۚ إِنَّ ٱللَّهَ خَبِيرُۢ بِمَا تَعۡمَلُونَ
Zij zweren bij God met den meest plechtigen eed, dat, indien gij het hun beveelt, zij hunne huizen en hunne bezittingen zullen verlaten. Zeg: Zweert niet! gehoorzaamheid is meer waard en God is wel bekend met hetgeen gij doet.