وَتَذَرُونَ مَا خَلَقَ لَكُمۡ رَبُّكُم مِّنۡ أَزۡوَٰجِكُمۚ بَلۡ أَنتُمۡ قَوۡمٌ عَادُونَ

En verlaat gij uwe vrouwen, die uw Heer voor u heeft geschapen. Waarlijk, gij zijt zondaren.


قَالُواْ لَئِن لَّمۡ تَنتَهِ يَٰلُوطُ لَتَكُونَنَّ مِنَ ٱلۡمُخۡرَجِينَ

Zij zeiden: Indien gij zoo voortgaat, o Lot! zult gij zekerlijk uit onze stad worden verdreven.


قَالَ إِنِّي لِعَمَلِكُم مِّنَ ٱلۡقَالِينَ

Hij zeide: Waarlijk, ik behoor tot hen, die uwe daden verfoeien.


رَبِّ نَجِّنِي وَأَهۡلِي مِمَّا يَعۡمَلُونَ

O Heer! bevrijd mij en mijn gezin van hetgeen zij bedrijven.


فَنَجَّيۡنَٰهُ وَأَهۡلَهُۥٓ أَجۡمَعِينَ

Daarom bevrijdden wij hem en zijn geheel gezin.


إِلَّا عَجُوزٗا فِي ٱلۡغَٰبِرِينَ

Behalve eene oude vrouw, zijnde zijne vrouw, die omkwam met hen die achtergebleven waren.


ثُمَّ دَمَّرۡنَا ٱلۡأٓخَرِينَ

Daarna verdelgden wij de overigen.


وَأَمۡطَرۡنَا عَلَيۡهِم مَّطَرٗاۖ فَسَآءَ مَطَرُ ٱلۡمُنذَرِينَ

En wij deden eene bui van steenen op hen nederregenen, en vreeselijk was de regenbui die op degenen nederviel, welke te vergeefs waren gewaarschuwd.



الصفحة التالية
Icon