وَمَكَرُواْ مَكۡرٗا وَمَكَرۡنَا مَكۡرٗا وَهُمۡ لَا يَشۡعُرُونَ
En zij vormden eene samenspanning tegen hen en zij bemerkten het niet.
فَٱنظُرۡ كَيۡفَ كَانَ عَٰقِبَةُ مَكۡرِهِمۡ أَنَّا دَمَّرۡنَٰهُمۡ وَقَوۡمَهُمۡ أَجۡمَعِينَ
En zie, wat was de uitkomst van hunne listen: wij verdelgden hen geheel en al hun volk
فَتِلۡكَ بُيُوتُهُمۡ خَاوِيَةَۢ بِمَا ظَلَمُوٓاْۚ إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَأٓيَةٗ لِّقَوۡمٖ يَعۡلَمُونَ
En deze hunne woningen blijven ledig, om de onrechtvaardigheid, welke zij hebben bedreven. Waarlijk, hierin is een teeken voor hen die begrijpen.
وَأَنجَيۡنَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ وَكَانُواْ يَتَّقُونَ
En wij bevrijdden hen, die geloofden en God vreesden.
وَلُوطًا إِذۡ قَالَ لِقَوۡمِهِۦٓ أَتَأۡتُونَ ٱلۡفَٰحِشَةَ وَأَنتُمۡ تُبۡصِرُونَ
En gedenk Lot, toen hij tot zijn volk zeide: Begaat gij eene zonde, hoewel gij de verfoeielijkheid daarvan ziet?
أَئِنَّكُمۡ لَتَأۡتُونَ ٱلرِّجَالَ شَهۡوَةٗ مِّن دُونِ ٱلنِّسَآءِۚ بَلۡ أَنتُمۡ قَوۡمٞ تَجۡهَلُونَ
Nadert gij vol lusten de mannen en verlaat gij de vrouwen?
۞فَمَا كَانَ جَوَابَ قَوۡمِهِۦٓ إِلَّآ أَن قَالُوٓاْ أَخۡرِجُوٓاْ ءَالَ لُوطٖ مِّن قَرۡيَتِكُمۡۖ إِنَّهُمۡ أُنَاسٞ يَتَطَهَّرُونَ
Maar het antwoord van zijn volk was niet anders dan dat zij zeiden: Drijft het gezin van Lot uit uwe stad; want zij zijn menschen, die zich rein houden van de daden, welke gij bedrijft.