أَلَمۡ يَرَوۡاْ أَنَّا جَعَلۡنَا ٱلَّيۡلَ لِيَسۡكُنُواْ فِيهِ وَٱلنَّهَارَ مُبۡصِرًاۚ إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَأٓيَٰتٖ لِّقَوۡمٖ يُؤۡمِنُونَ
Zien zij niet dat wij den nacht hebben ingesteld, opdat zij daarin zouden rusten, en den dag, die een groot licht geeft, om te arbeiden. Waarlijk, hierin zijn teekenen voor hen die gelooven.
وَيَوۡمَ يُنفَخُ فِي ٱلصُّورِ فَفَزِعَ مَن فِي ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَمَن فِي ٱلۡأَرۡضِ إِلَّا مَن شَآءَ ٱللَّهُۚ وَكُلٌّ أَتَوۡهُ دَٰخِرِينَ
Op dien dag zal de trompet klinken, en allen die in den hemel en op de aarde zijn, zullen met schrik worden getroffen, behalve zij, wie het Gode behagen zal daarvan uit te zonderen, en allen zullen zij in eene nederige houding voor hem komen.
وَتَرَى ٱلۡجِبَالَ تَحۡسَبُهَا جَامِدَةٗ وَهِيَ تَمُرُّ مَرَّ ٱلسَّحَابِۚ صُنۡعَ ٱللَّهِ ٱلَّذِيٓ أَتۡقَنَ كُلَّ شَيۡءٍۚ إِنَّهُۥ خَبِيرُۢ بِمَا تَفۡعَلُونَ
En gij zult de bergen zien, en gij zult u verbeelden dat zij stevig zijn bevestigd; maar zij zullen voorbijgaan evenals de wolken voorbijgaan. Dit zal het werk van God zijn, die alle dingen goed geschikt heeft, en hij is wel bekend met hetgeen gij doet.
مَن جَآءَ بِٱلۡحَسَنَةِ فَلَهُۥ خَيۡرٞ مِّنۡهَا وَهُم مِّن فَزَعٖ يَوۡمَئِذٍ ءَامِنُونَ
Hij die rechtvaardigheid zal hebben uitgeoefend, zal eene belooning ontvangen, grooter dan de verdienste daarvan. Deze zullen verzekerd zijn tegen de vreeselijkheid van dien dag.