فَأَقِمۡ وَجۡهَكَ لِلدِّينِ حَنِيفٗاۚ فِطۡرَتَ ٱللَّهِ ٱلَّتِي فَطَرَ ٱلنَّاسَ عَلَيۡهَاۚ لَا تَبۡدِيلَ لِخَلۡقِ ٱللَّهِۚ ذَٰلِكَ ٱلدِّينُ ٱلۡقَيِّمُ وَلَٰكِنَّ أَكۡثَرَ ٱلنَّاسِ لَا يَعۡلَمُونَ
Weest dus godvruchtig en wendt uw aangezicht naar den waren godsdienst; de instelling van God, die den mensch heeft geschapen om haar te omhelzen. Er is geene verandering in hetgeen God heeft geschapen. Dit is de ware godsdienst; maar het grootste deel der menschen weet het niet.
۞مُنِيبِينَ إِلَيۡهِ وَٱتَّقُوهُ وَأَقِيمُواْ ٱلصَّلَوٰةَ وَلَا تَكُونُواْ مِنَ ٱلۡمُشۡرِكِينَ
Weest tot hem gewend en vreest hem; zijt standvastig in het gebed, en dient geene afgoden.
مِنَ ٱلَّذِينَ فَرَّقُواْ دِينَهُمۡ وَكَانُواْ شِيَعٗاۖ كُلُّ حِزۡبِۭ بِمَا لَدَيۡهِمۡ فَرِحُونَ
Van hen die eene scheuring in hunnen godsdienst hebben gemaakt, en in verschillende secten zijn verdeeld, verblijdt iedere secte zich in hare eigen meening.
وَإِذَا مَسَّ ٱلنَّاسَ ضُرّٞ دَعَوۡاْ رَبَّهُم مُّنِيبِينَ إِلَيۡهِ ثُمَّ إِذَآ أَذَاقَهُم مِّنۡهُ رَحۡمَةً إِذَا فَرِيقٞ مِّنۡهُم بِرَبِّهِمۡ يُشۡرِكُونَ
Als tegenspoed hen treft, roepen zij hunnen Heer aan, zich tot hem wendende; daarna als hij hun van zijne genade heeft doen proeven, vereenigt een deel van hen andere godheden met hunnen Heer.