وَقَالَ ٱلَّذِينَ أُوتُواْ ٱلۡعِلۡمَ وَٱلۡإِيمَٰنَ لَقَدۡ لَبِثۡتُمۡ فِي كِتَٰبِ ٱللَّهِ إِلَىٰ يَوۡمِ ٱلۡبَعۡثِۖ فَهَٰذَا يَوۡمُ ٱلۡبَعۡثِ وَلَٰكِنَّكُمۡ كُنتُمۡ لَا تَعۡلَمُونَ
Maar zij aan wie kennis en geloof werd geschonken, zullen zeggen: Gij zijt gebleven, overeenkomstig Gods boek, tot den dag der opstanding; maar gij wist het niet.
فَيَوۡمَئِذٖ لَّا يَنفَعُ ٱلَّذِينَ ظَلَمُواْ مَعۡذِرَتُهُمۡ وَلَا هُمۡ يُسۡتَعۡتَبُونَ
Op dien dag zal hunne verontschuldiging degenen niet helpen, die onrechtvaardig hebben gehandeld; ook zullen zij niet meer worden uitgenoodigd, zich bij God aangenaam te maken.
وَلَقَدۡ ضَرَبۡنَا لِلنَّاسِ فِي هَٰذَا ٱلۡقُرۡءَانِ مِن كُلِّ مَثَلٖۚ وَلَئِن جِئۡتَهُم بِـَٔايَةٖ لَّيَقُولَنَّ ٱلَّذِينَ كَفَرُوٓاْ إِنۡ أَنتُمۡ إِلَّا مُبۡطِلُونَ
En thans hebben wij den mensch in dezen Koran vergelijkingen van allerlei aard voorgesteld; maar indien gij de ongeloovigen een vers daarvan brengt, zullen zij zekerlijk zeggen; Gij zijt slechts verkondigers van ijdele leugens.
كَذَٰلِكَ يَطۡبَعُ ٱللَّهُ عَلَىٰ قُلُوبِ ٱلَّذِينَ لَا يَعۡلَمُونَ
Zoo heeft God de harten dichtgezegeld van hen die niet gelooven.
فَٱصۡبِرۡ إِنَّ وَعۡدَ ٱللَّهِ حَقّٞۖ وَلَا يَسۡتَخِفَّنَّكَ ٱلَّذِينَ لَا يُوقِنُونَ
Maar gij, o Mahomet, volhard met standvastigheid; want God is waar, en laten niet zij u tot wankelen brengen, die geene zekere kennis bezitten.