أَلَمۡ تَرَ أَنَّ ٱللَّهَ يُولِجُ ٱلَّيۡلَ فِي ٱلنَّهَارِ وَيُولِجُ ٱلنَّهَارَ فِي ٱلَّيۡلِ وَسَخَّرَ ٱلشَّمۡسَ وَٱلۡقَمَرَۖ كُلّٞ يَجۡرِيٓ إِلَىٰٓ أَجَلٖ مُّسَمّٗى وَأَنَّ ٱللَّهَ بِمَا تَعۡمَلُونَ خَبِيرٞ

Ziet gij niet, dat God den dag door den nacht doet vervangen, en den dag aan den nacht doet opvolgen, en de zon en de maan dwingt u te dienen? Ieder dezer lichten legt zijne baan gedurende een bepaald tijdvak af, en God is wel bekend met hetgeen gij doet.


ذَٰلِكَ بِأَنَّ ٱللَّهَ هُوَ ٱلۡحَقُّ وَأَنَّ مَا يَدۡعُونَ مِن دُونِهِ ٱلۡبَٰطِلُ وَأَنَّ ٱللَّهَ هُوَ ٱلۡعَلِيُّ ٱلۡكَبِيرُ

Dit laat zich verklaren door de goddelijke kennis en macht, omdat God het ware wezen is, en omdat alles wat gij naast hem aanroept, ijdel is, en omdat God de verhevene, de groote God is.


أَلَمۡ تَرَ أَنَّ ٱلۡفُلۡكَ تَجۡرِي فِي ٱلۡبَحۡرِ بِنِعۡمَتِ ٱللَّهِ لِيُرِيَكُم مِّنۡ ءَايَٰتِهِۦٓۚ إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَأٓيَٰتٖ لِّكُلِّ صَبَّارٖ شَكُورٖ

Ziet gij niet, dat de schepen door de gunst van God de zee bevaren, opdat hij u zijne teekenen zou kunnen toonen. Waarlijk, hierin zijn teekens voor ieder geduldig en dankbaar mensch.


وَإِذَا غَشِيَهُم مَّوۡجٞ كَٱلظُّلَلِ دَعَوُاْ ٱللَّهَ مُخۡلِصِينَ لَهُ ٱلدِّينَ فَلَمَّا نَجَّىٰهُمۡ إِلَى ٱلۡبَرِّ فَمِنۡهُم مُّقۡتَصِدٞۚ وَمَا يَجۡحَدُ بِـَٔايَٰتِنَآ إِلَّا كُلُّ خَتَّارٖ كَفُورٖ

Als de golven hen bedekken, zooals schaduw afwerpende wolken, roepen zij God aan, en bekeeren zich tot den zuiveren godsdienst: maar als hij hen ongedeerd aan land brengt, zijn er van hen, die tusschen het ware geloof en de afgoderij twijfelen. Niemand verwerpt echter onze teekenen, behalve de trouweloozen en de ondankbaren.



الصفحة التالية
Icon