تَتَجَافَىٰ جُنُوبُهُمۡ عَنِ ٱلۡمَضَاجِعِ يَدۡعُونَ رَبَّهُمۡ خَوۡفٗا وَطَمَعٗا وَمِمَّا رَزَقۡنَٰهُمۡ يُنفِقُونَ

Die hunne lichamen van hunne bedden opheffen, onder het aanroepen van hunnen Heer met vrees en hoop; die aalmoezen uitdeelen van hetgeen wij hun hebben geschonken.


فَلَا تَعۡلَمُ نَفۡسٞ مَّآ أُخۡفِيَ لَهُم مِّن قُرَّةِ أَعۡيُنٖ جَزَآءَۢ بِمَا كَانُواْ يَعۡمَلُونَ

Geene ziel kent de volkomen voldoening, die heimelijk voor hen (de deugdzamen) is gereed gemaakt als eene belooning voor hetgeen zij hebben verricht.


أَفَمَن كَانَ مُؤۡمِنٗا كَمَن كَانَ فَاسِقٗاۚ لَّا يَسۡتَوُۥنَ

Zal dus hij, die een waar geloovige is, als degeen wezen, die een goddelooze zondaar is. Zij zullen niet gelijk staan.


أَمَّا ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ وَعَمِلُواْ ٱلصَّـٰلِحَٰتِ فَلَهُمۡ جَنَّـٰتُ ٱلۡمَأۡوَىٰ نُزُلَۢا بِمَا كَانُواْ يَعۡمَلُونَ

Wat hen betreft, die gelooven en doen wat rechtvaardig is, zij zullen tuinen van eeuwig verblijf bezitten, als eene ruime belooning, voor hetgeen zij hebben verricht.


وَأَمَّا ٱلَّذِينَ فَسَقُواْ فَمَأۡوَىٰهُمُ ٱلنَّارُۖ كُلَّمَآ أَرَادُوٓاْ أَن يَخۡرُجُواْ مِنۡهَآ أُعِيدُواْ فِيهَا وَقِيلَ لَهُمۡ ذُوقُواْ عَذَابَ ٱلنَّارِ ٱلَّذِي كُنتُم بِهِۦ تُكَذِّبُونَ

Maar wat hen betreft, die goddeloos zondigen, hun verblijf zal het hellevuur wezen. Zoo dikwijls zij zullen trachten daaruit te gaan, zullen zij daarin teruggesleept worden, en men zal tot hen zeggen: Proeft de marteling van het hellevuur, welke gij als eene logen verwerpt.



الصفحة التالية
Icon