وَمَا يَسۡتَوِي ٱلۡأَعۡمَىٰ وَٱلۡبَصِيرُ

De blinde en de ziende zullen niet gelijk gesteld worden;


وَلَا ٱلظُّلُمَٰتُ وَلَا ٱلنُّورُ

Noch duisternis en licht,


وَلَا ٱلظِّلُّ وَلَا ٱلۡحَرُورُ

Noch de koele schaduw en de verzengende wind.


وَمَا يَسۡتَوِي ٱلۡأَحۡيَآءُ وَلَا ٱلۡأَمۡوَٰتُۚ إِنَّ ٱللَّهَ يُسۡمِعُ مَن يَشَآءُۖ وَمَآ أَنتَ بِمُسۡمِعٖ مَّن فِي ٱلۡقُبُورِ

Evenmin zullen de levenden en de dooden gelijk gesteld worden. God zal degenen doen hooren die hem behagen; maar gij zult niet hen doen hooren die zich in hunne graven bevinden.


إِنۡ أَنتَ إِلَّا نَذِيرٌ

Gij zijt slechts een prediker.


إِنَّآ أَرۡسَلۡنَٰكَ بِٱلۡحَقِّ بَشِيرٗا وَنَذِيرٗاۚ وَإِن مِّنۡ أُمَّةٍ إِلَّا خَلَا فِيهَا نَذِيرٞ

Inderdaad, wij hebben u met waarheid gezonden, als een overbrenger van goede tijdingen en een aankondiger van bedreigingen. Er was geen volk, of een prediker heeft in verloopen tijden onder hen verkeerd.


وَإِن يُكَذِّبُوكَ فَقَدۡ كَذَّبَ ٱلَّذِينَ مِن قَبۡلِهِمۡ جَآءَتۡهُمۡ رُسُلُهُم بِٱلۡبَيِّنَٰتِ وَبِٱلزُّبُرِ وَبِٱلۡكِتَٰبِ ٱلۡمُنِيرِ

Indien zij u van bedrog beschuldigen, zij die vóór hen waren beschuldigden hunne gezanten eveneens van bedrog. Hunne gezanten kwamen tot hen met duidelijke wonderen, met goddelijke geschriften en met het voorlichtende boek.



الصفحة التالية
Icon