قَالُواْ طَـٰٓئِرُكُم مَّعَكُمۡ أَئِن ذُكِّرۡتُمۚ بَلۡ أَنتُمۡ قَوۡمٞ مُّسۡرِفُونَ
De apostelen antwoordden: Uwe kwade voorspelling is met u zelven; doch gij wilt in uwe dwalingen volharden, niettegenstaande gij gewaarschuwd zijt. Waarlijk, gij zijt een volk, dat overmatig zondigt.
وَجَآءَ مِنۡ أَقۡصَا ٱلۡمَدِينَةِ رَجُلٞ يَسۡعَىٰ قَالَ يَٰقَوۡمِ ٱتَّبِعُواْ ٱلۡمُرۡسَلِينَ
En zeker man kwam angstig van de verder gelegen gedeelten der stad, en zeide: O mijn volk! volgt de gezanten van God.
ٱتَّبِعُواْ مَن لَّا يَسۡـَٔلُكُمۡ أَجۡرٗا وَهُم مُّهۡتَدُونَ
Volgt hen, die geene belooning van u vragen; want deze worden op den rechten weg geleid.
وَمَالِيَ لَآ أَعۡبُدُ ٱلَّذِي فَطَرَنِي وَإِلَيۡهِ تُرۡجَعُونَ
Welke reden heb ik er voor, hem niet te vreezen, die mij geschapen heeft, en tot wien gij allen zult terugkeeren.
ءَأَتَّخِذُ مِن دُونِهِۦٓ ءَالِهَةً إِن يُرِدۡنِ ٱلرَّحۡمَٰنُ بِضُرّٖ لَّا تُغۡنِ عَنِّي شَفَٰعَتُهُمۡ شَيۡـٔٗا وَلَا يُنقِذُونِ
Zal ik andere goden buiten hem kiezen? Indien het den Barmhartige behaagt, mij te bedroeven, zal hunne bemiddeling mij volstrekt niet baten, ook kunnen zij mij niet bevrijden.