وَبِٱلَّيۡلِۚ أَفَلَا تَعۡقِلُونَ
En des nachts. Zult gij dan niet begrijpen?
وَإِنَّ يُونُسَ لَمِنَ ٱلۡمُرۡسَلِينَ
Jonas was mede een dergenen die door ons werden gezonden.
إِذۡ أَبَقَ إِلَى ٱلۡفُلۡكِ ٱلۡمَشۡحُونِ
Toen hij in een geladen schip vluchtte.
فَسَاهَمَ فَكَانَ مِنَ ٱلۡمُدۡحَضِينَ
En zij die aan boord waren, lootten onder elkander en hij werd veroordeeld.
فَٱلۡتَقَمَهُ ٱلۡحُوتُ وَهُوَ مُلِيمٞ
En de visch verzwolg hem; want hij had eene bestraffing verdiend.
فَلَوۡلَآ أَنَّهُۥ كَانَ مِنَ ٱلۡمُسَبِّحِينَ
En indien hij niet eene ware geweest van hen die God loven.
لَلَبِثَ فِي بَطۡنِهِۦٓ إِلَىٰ يَوۡمِ يُبۡعَثُونَ
Waarlijk, dan ware hij, tot den dag der opstanding, in den buik van den visch gebleven.
۞فَنَبَذۡنَٰهُ بِٱلۡعَرَآءِ وَهُوَ سَقِيمٞ
En wij wierpen hem op het naakte strand, en hij was ziek.
وَأَنۢبَتۡنَا عَلَيۡهِ شَجَرَةٗ مِّن يَقۡطِينٖ
Wij deden een pompoenplant over hem heen groeien.