قَالَ فَٱخۡرُجۡ مِنۡهَا فَإِنَّكَ رَجِيمٞ
God zeide tot hem: Ga dus weg van hier; want gij zult van de genade verdreven (gesteenigd) worden.
وَإِنَّ عَلَيۡكَ لَعۡنَتِيٓ إِلَىٰ يَوۡمِ ٱلدِّينِ
En mijn vloek zal op u rusten, tot den dag des oordeels.
قَالَ رَبِّ فَأَنظِرۡنِيٓ إِلَىٰ يَوۡمِ يُبۡعَثُونَ
Hij hernam: O Heer! geef mij uitstel tot den dag der opstanding.
قَالَ فَإِنَّكَ مِنَ ٱلۡمُنظَرِينَ
God zeide: Waarlijk, gij zult een van hen zijn, die uitstel zullen ontvangen.
إِلَىٰ يَوۡمِ ٱلۡوَقۡتِ ٱلۡمَعۡلُومِ
Tot den dag van den bepaalden tijd.
قَالَ فَبِعِزَّتِكَ لَأُغۡوِيَنَّهُمۡ أَجۡمَعِينَ
Eblis zeide: Ik zweer bij uw macht, dat ik hen allen zal verleiden.
إِلَّا عِبَادَكَ مِنۡهُمُ ٱلۡمُخۡلَصِينَ
Behalve uwe dienaren, die bijzonder onder hen gekozen zullen worden.
قَالَ فَٱلۡحَقُّ وَٱلۡحَقَّ أَقُولُ
God zeide: Het is een rechtvaardig vonnis, en ik spreek de waarheid;
لَأَمۡلَأَنَّ جَهَنَّمَ مِنكَ وَمِمَّن تَبِعَكَ مِنۡهُمۡ أَجۡمَعِينَ
Ik zal zekerlijk de hel met u vullen, en met dezulken die u volgen; allen te zamen.