الٓرۚ تِلۡكَ ءَايَٰتُ ٱلۡكِتَٰبِ ٱلۡحَكِيمِ
Elif. Lam. Ra. Dit zijn de teekenen van het wijze boek.
أَكَانَ لِلنَّاسِ عَجَبًا أَنۡ أَوۡحَيۡنَآ إِلَىٰ رَجُلٖ مِّنۡهُمۡ أَنۡ أَنذِرِ ٱلنَّاسَ وَبَشِّرِ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓاْ أَنَّ لَهُمۡ قَدَمَ صِدۡقٍ عِندَ رَبِّهِمۡۗ قَالَ ٱلۡكَٰفِرُونَ إِنَّ هَٰذَا لَسَٰحِرٞ مُّبِينٌ
Was het eene vreemde zaak voor de bewoners van Mekka, dat wij onzen wil aan een hunner hebben geopenbaard, zeggende: Waarschuw de menschen indien zij niet gelooven, en breng goede tijdingen aan hen die gelooven, en zeg, dat zij van hunnen Heer de belooning voor hun geloof zullen ontvangen? De ongeloovigen zeggen: Dit is duidelijke tooverij.
إِنَّ رَبَّكُمُ ٱللَّهُ ٱلَّذِي خَلَقَ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضَ فِي سِتَّةِ أَيَّامٖ ثُمَّ ٱسۡتَوَىٰ عَلَى ٱلۡعَرۡشِۖ يُدَبِّرُ ٱلۡأَمۡرَۖ مَا مِن شَفِيعٍ إِلَّا مِنۢ بَعۡدِ إِذۡنِهِۦۚ ذَٰلِكُمُ ٱللَّهُ رَبُّكُمۡ فَٱعۡبُدُوهُۚ أَفَلَا تَذَكَّرُونَ
Waarlijk, uw Heer is God, die de hemelen en de aarde in zes dagen geschapen heeft, en daarop zijnen troon besteeg om de regeering over alle dingen op zich te nemen. Er is geen tusschenpersoon, dan met zijn verlof. Dit is God uw Heer: dien hem dus. Wilt gij dit niet overwegen?
إِلَيۡهِ مَرۡجِعُكُمۡ جَمِيعٗاۖ وَعۡدَ ٱللَّهِ حَقًّاۚ إِنَّهُۥ يَبۡدَؤُاْ ٱلۡخَلۡقَ ثُمَّ يُعِيدُهُۥ لِيَجۡزِيَ ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ وَعَمِلُواْ ٱلصَّـٰلِحَٰتِ بِٱلۡقِسۡطِۚ وَٱلَّذِينَ كَفَرُواْ لَهُمۡ شَرَابٞ مِّنۡ حَمِيمٖ وَعَذَابٌ أَلِيمُۢ بِمَا كَانُواْ يَكۡفُرُونَ
Tot hem zult gij allen terugkeeren, overeenkomstig Gods zekere belofte, want hij doet een schepsel ontstaan, en daarna doet hij het terugkeeren, opdat hij degenen die gelooven en doen wat goed is, met rechtvaardigheid zou kunnen beloonen. Wat de ongeloovigen betreft, zij zullen kokend water drinken en zullen eene gestrenge straf ondergaan, omdat zij ongeloovig waren.