يسٓ
Ya Sin.
وَٱلۡقُرۡءَانِ ٱلۡحَكِيمِ
Ik zweer bij den onderrichtenden Koran.
إِنَّكَ لَمِنَ ٱلۡمُرۡسَلِينَ
Dat gij een der gezanten van God zijt.
عَلَىٰ صِرَٰطٖ مُّسۡتَقِيمٖ
Gezonden om den rechten weg te toonen.
تَنزِيلَ ٱلۡعَزِيزِ ٱلرَّحِيمِ
Dit is eene openbaring van den machtigen, den barmhartigen God.
لِتُنذِرَ قَوۡمٗا مَّآ أُنذِرَ ءَابَآؤُهُمۡ فَهُمۡ غَٰفِلُونَ
Opdat gij een volk zoudt waarschuwen, welks vaderen niet gewaarschuwd waren en dat in achteloosheid leeft.
لَقَدۡ حَقَّ ٱلۡقَوۡلُ عَلَىٰٓ أَكۡثَرِهِمۡ فَهُمۡ لَا يُؤۡمِنُونَ
Ons oordeel is rechtvaardig uitgesproken tegen het meerendeel. Immers, zij zullen niet gelooven.
إِنَّا جَعَلۡنَا فِيٓ أَعۡنَٰقِهِمۡ أَغۡلَٰلٗا فَهِيَ إِلَى ٱلۡأَذۡقَانِ فَهُم مُّقۡمَحُونَ
Wij hebben jukken op hunnen nek gelegd, die tot aan hunne kin reiken, en zij zijn gedwongen hunne hoofden overeind te houden;