ٱقۡرَأۡ بِٱسۡمِ رَبِّكَ ٱلَّذِي خَلَقَ
Lees in naam van uwen Heer, die alle dingen heeft geschapen.
خَلَقَ ٱلۡإِنسَٰنَ مِنۡ عَلَقٍ
Die den mensch van gestold bloed schiep.
ٱقۡرَأۡ وَرَبُّكَ ٱلۡأَكۡرَمُ
Lees; want uw Heer is de weldadigste;
ٱلَّذِي عَلَّمَ بِٱلۡقَلَمِ
Die (den mensch) het gebruik van de pen leerde;
عَلَّمَ ٱلۡإِنسَٰنَ مَا لَمۡ يَعۡلَمۡ
Die den mensch leerde, wat hij niet kende.
كَلَّآ إِنَّ ٱلۡإِنسَٰنَ لَيَطۡغَىٰٓ
Waarlijk. Maar de mensch wordt weêrspannig.
أَن رَّءَاهُ ٱسۡتَغۡنَىٰٓ
Omdat hij ziet, dat hij overvloedige rijkdommen heeft.
إِنَّ إِلَىٰ رَبِّكَ ٱلرُّجۡعَىٰٓ
Waarlijk, tot uw Heer zal de terugkeer van alles zijn.
أَرَءَيۡتَ ٱلَّذِي يَنۡهَىٰ
Wat denkt gij van hem, die verbiedt.
عَبۡدًا إِذَا صَلَّىٰٓ
Onzen dienaar als hij bidt?