لِإِيلَٰفِ قُرَيۡشٍ
Ter vereeniging van den stam der Koreïshieten;
إِۦلَٰفِهِمۡ رِحۡلَةَ ٱلشِّتَآءِ وَٱلصَّيۡفِ
Te hunner vereeniging, om de karavaan van kooplieden in den winter en den zomer weg te zenden!
فَلۡيَعۡبُدُواْ رَبَّ هَٰذَا ٱلۡبَيۡتِ
Laten zij den Heer van dit huis dienen,
ٱلَّذِيٓ أَطۡعَمَهُم مِّن جُوعٖ وَءَامَنَهُم مِّنۡ خَوۡفِۭ
Die hen van voedsel tegen den honger voorziet. En hen tegen vrees heeft verzekerd.