مَا كَذَبَ ٱلۡفُؤَادُ مَا رَأَىٰٓ
Het hart van Mahomet stelde datgene wat hij gezien had, niet valschelijk voor.
أَفَتُمَٰرُونَهُۥ عَلَىٰ مَا يَرَىٰ
Wilt gij dus met hem twisten, nopens hetgeen hij zag?
وَلَقَدۡ رَءَاهُ نَزۡلَةً أُخۡرَىٰ
Hij zag hem ook op een anderen tijd.
عِندَ سِدۡرَةِ ٱلۡمُنتَهَىٰ
Bij den lotus-boom, naast welken geen doorgang is.
عِندَهَا جَنَّةُ ٱلۡمَأۡوَىٰٓ
Het is nabij den tuin van eeuwig verblijf.
إِذۡ يَغۡشَى ٱلسِّدۡرَةَ مَا يَغۡشَىٰ
Toen de lotus-boom bedekte, datgene wat bedekt is.
مَا زَاغَ ٱلۡبَصَرُ وَمَا طَغَىٰ
Wendde zijn oog zich niet af, en dwaalde evenmin.
لَقَدۡ رَأَىٰ مِنۡ ءَايَٰتِ رَبِّهِ ٱلۡكُبۡرَىٰٓ
En hij aanschouwde werkelijk sommige der grootste teekenen van zijn Heer.
أَفَرَءَيۡتُمُ ٱللَّـٰتَ وَٱلۡعُزَّىٰ
Wat denkt gij van El-Lat, en al Ozza.
وَمَنَوٰةَ ٱلثَّالِثَةَ ٱلۡأُخۡرَىٰٓ
En Menat, die andere, derde godin?.