ٱلَّذِينَ يَجۡتَنِبُونَ كَبَـٰٓئِرَ ٱلۡإِثۡمِ وَٱلۡفَوَٰحِشَ إِلَّا ٱللَّمَمَۚ إِنَّ رَبَّكَ وَٰسِعُ ٱلۡمَغۡفِرَةِۚ هُوَ أَعۡلَمُ بِكُمۡ إِذۡ أَنشَأَكُم مِّنَ ٱلۡأَرۡضِ وَإِذۡ أَنتُمۡ أَجِنَّةٞ فِي بُطُونِ أُمَّهَٰتِكُمۡۖ فَلَا تُزَكُّوٓاْ أَنفُسَكُمۡۖ هُوَ أَعۡلَمُ بِمَنِ ٱتَّقَىٰٓ
Wat hen betreft, die groote misdaden en hatelijke zonden vermijden en alleen lichtere feilen begaan, waarlijk, hun Heer zal hun ruime genade verleenen. Hij kende u wel, toen hij u uit de aarde voortbracht, en toen gij vruchten in uw moeders schoot waart. Rechtvaardigt u zelven dus niet; hij kent het best den mensch die hem vreest.
أَفَرَءَيۡتَ ٱلَّذِي تَوَلَّىٰ
Wat denkt gij van hem, die zich van den weg der waarheid afwendt.
وَأَعۡطَىٰ قَلِيلٗا وَأَكۡدَىٰٓ
En weinig geeft en begeerlijk zijne hand ophoudt?
أَعِندَهُۥ عِلۡمُ ٱلۡغَيۡبِ فَهُوَ يَرَىٰٓ
Is de kennis der toekomst met hem, zoodra hij die ziet?
أَمۡ لَمۡ يُنَبَّأۡ بِمَا فِي صُحُفِ مُوسَىٰ
Is hij niet onderricht van datgene, wat in de boeken van Mozes is bevat.
وَإِبۡرَٰهِيمَ ٱلَّذِي وَفَّىٰٓ
En van Abraham, die zijn verbintenissen godvruchtig volbracht?