وَمَا جَعَلۡنَآ أَصۡحَٰبَ ٱلنَّارِ إِلَّا مَلَـٰٓئِكَةٗۖ وَمَا جَعَلۡنَا عِدَّتَهُمۡ إِلَّا فِتۡنَةٗ لِّلَّذِينَ كَفَرُواْ لِيَسۡتَيۡقِنَ ٱلَّذِينَ أُوتُواْ ٱلۡكِتَٰبَ وَيَزۡدَادَ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓاْ إِيمَٰنٗا وَلَا يَرۡتَابَ ٱلَّذِينَ أُوتُواْ ٱلۡكِتَٰبَ وَٱلۡمُؤۡمِنُونَ وَلِيَقُولَ ٱلَّذِينَ فِي قُلُوبِهِم مَّرَضٞ وَٱلۡكَٰفِرُونَ مَاذَآ أَرَادَ ٱللَّهُ بِهَٰذَا مَثَلٗاۚ كَذَٰلِكَ يُضِلُّ ٱللَّهُ مَن يَشَآءُ وَيَهۡدِي مَن يَشَآءُۚ وَمَا يَعۡلَمُ جُنُودَ رَبِّكَ إِلَّا هُوَۚ وَمَا هِيَ إِلَّا ذِكۡرَىٰ لِلۡبَشَرِ

Wij hebben niemand buiten de engelen aangewezen, om het toezicht over het hellevuur te houden, en wij hebben hun getal slechts uitgedrukt als eene aanleiding tot tweedracht onder de ongeloovigen; opdat zij, aan wie de schriften werden gegeven, zeker mogen zijn van de waarachtigheid van dit boek, en dat de ware geloovigen in geloof mogen vermeerderen. En dat zij, aan wie de schriften werden gegeven en de ware geloovigen, daaraan niet twijfelen; En dat zij, in wier harten een gebrek schuilt, alsmede de ongeloovigen, mogen zeggen: Welke verborgenheid bedoelt God met dit getal? Zoo doet God dwalen naar zijn welbehagen, en hij richt naar zijn welbehagen. Niemand kent de legers van uwen Heer, buiten hem. Dit is slechts eene waarschuwing voor den mensch.


كَلَّا وَٱلۡقَمَرِ

Zekerlijk. Bij de maan.


وَٱلَّيۡلِ إِذۡ أَدۡبَرَ

En den nacht, als die zich verwijdert.



الصفحة التالية
Icon