وَجَعَلۡنَا ٱلنَّهَارَ مَعَاشٗا
En hebben wij niet den dag bestemd, ten einde daarop uw levensonderhoud te winnen?
وَبَنَيۡنَا فَوۡقَكُمۡ سَبۡعٗا شِدَادٗا
Hebben wij niet zeven stevige hemelen boven u gebouwd.
وَجَعَلۡنَا سِرَاجٗا وَهَّاجٗا
En daarin eene brandende lamp geplaatst?
وَأَنزَلۡنَا مِنَ ٱلۡمُعۡصِرَٰتِ مَآءٗ ثَجَّاجٗا
En doen wij niet, uit de wolken, een overvloed van water stroomen.
لِّنُخۡرِجَ بِهِۦ حَبّٗا وَنَبَاتٗا
Om daardoor graan en kruiden voort te brengen.
وَجَنَّـٰتٍ أَلۡفَافًا
En tuinen, dicht beplant met boomen?
إِنَّ يَوۡمَ ٱلۡفَصۡلِ كَانَ مِيقَٰتٗا
Waarlijk, de dag der scheiding is een onbepaald tijdstip;
يَوۡمَ يُنفَخُ فِي ٱلصُّورِ فَتَأۡتُونَ أَفۡوَاجٗا
De dag waarop de trompet zal klinken, en gij in scharen ten oordeel zult optrekken.
وَفُتِحَتِ ٱلسَّمَآءُ فَكَانَتۡ أَبۡوَٰبٗا
De hemelen zullen geopend wezen, en zij zullen vol poorten zijn, om er de engelen te laten doorgaan.