فَذُوقُواْ فَلَن نَّزِيدَكُمۡ إِلَّا عَذَابًا
Proef dus de vergelding: wij zullen u niets dan marteling toevoegen.
إِنَّ لِلۡمُتَّقِينَ مَفَازًا
Maar voor de godvruchtigen is eene plaats van heil gereed gemaakt:
حَدَآئِقَ وَأَعۡنَٰبٗا
Tuinen met boomen beplant en wijngaarden.
وَكَوَاعِبَ أَتۡرَابٗا
En maagden met zwellende borsten, van gelijken ouderdom met hen.
وَكَأۡسٗا دِهَاقٗا
En een vollen beker.
لَّا يَسۡمَعُونَ فِيهَا لَغۡوٗا وَلَا كِذَّـٰبٗا
Zij zullen daar geene ijdele gesprekken, of eenige onwaarheid hooren.
جَزَآءٗ مِّن رَّبِّكَ عَطَآءً حِسَابٗا
Dit zal hunne belooning wezen van hunnen Heer; eene volkomen toereikende gift.
رَّبِّ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِ وَمَا بَيۡنَهُمَا ٱلرَّحۡمَٰنِۖ لَا يَمۡلِكُونَ مِنۡهُ خِطَابٗا
Van den Heer over hemel en aarde, en over alles wat daartusschen is: den Barmhartigen; maar de bewoners van den hemel of de aarde zullen hem geen gehoor durven vragen.