يَوۡمَ يَقُومُ ٱلرُّوحُ وَٱلۡمَلَـٰٓئِكَةُ صَفّٗاۖ لَّا يَتَكَلَّمُونَ إِلَّا مَنۡ أَذِنَ لَهُ ٱلرَّحۡمَٰنُ وَقَالَ صَوَابٗا
Den dag waarop de geest (Gabriël) en de andere engelen in orde geschaard zullen staan, zullen zij niet ten behoeve van zich zelven of van anderen spreken, behalve hij alleen, aan wien de Barmhartige verlof zal geven, en die zeggen zal, wat recht is.
ذَٰلِكَ ٱلۡيَوۡمُ ٱلۡحَقُّۖ فَمَن شَآءَ ٱتَّخَذَ إِلَىٰ رَبِّهِۦ مَـَٔابًا
Dit is de onvermijdelijke dag. Wie dus wil, laat die tot zijn Heer terugkeeren.
إِنَّآ أَنذَرۡنَٰكُمۡ عَذَابٗا قَرِيبٗا يَوۡمَ يَنظُرُ ٱلۡمَرۡءُ مَا قَدَّمَتۡ يَدَاهُ وَيَقُولُ ٱلۡكَافِرُ يَٰلَيۡتَنِي كُنتُ تُرَٰبَۢا
Waarlijk, wij bedreigen u met eene straf die nabij ligt. Op den dag waarop de mensch de goede of slechte daden zal aanschouwen, welke zijne handen voor hem uit hebben gezonden, en waarop de on geloovige zal zeggen: God gaf, ik ware stof!