يَوۡمَئِذٖ يَوَدُّ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ وَعَصَوُاْ ٱلرَّسُولَ لَوۡ تُسَوَّىٰ بِهِمُ ٱلۡأَرۡضُ وَلَا يَكۡتُمُونَ ٱللَّهَ حَدِيثٗا
Op dien dag zullen zij, die niet geloofd hebben en wederspannig jegens den profeet zijn geweest, veeleer willen, dat de aarde hen had verzwolgen. Maar zij zullen zich op geenerlei wijze voor God kunnen verbergen.
يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ لَا تَقۡرَبُواْ ٱلصَّلَوٰةَ وَأَنتُمۡ سُكَٰرَىٰ حَتَّىٰ تَعۡلَمُواْ مَا تَقُولُونَ وَلَا جُنُبًا إِلَّا عَابِرِي سَبِيلٍ حَتَّىٰ تَغۡتَسِلُواْۚ وَإِن كُنتُم مَّرۡضَىٰٓ أَوۡ عَلَىٰ سَفَرٍ أَوۡ جَآءَ أَحَدٞ مِّنكُم مِّنَ ٱلۡغَآئِطِ أَوۡ لَٰمَسۡتُمُ ٱلنِّسَآءَ فَلَمۡ تَجِدُواْ مَآءٗ فَتَيَمَّمُواْ صَعِيدٗا طَيِّبٗا فَٱمۡسَحُواْ بِوُجُوهِكُمۡ وَأَيۡدِيكُمۡۗ إِنَّ ٱللَّهَ كَانَ عَفُوًّا غَفُورًا
O geloovigen! komt niet om te bidden, indien gij beschonken zijt, totdat ge zult verstaan wat gij zegt; noch wanneer gij bezoedelt zijt. Wacht, tot gij uw aangezicht gewasschen hebt, ten minste wanneer gij niet op reis zijt. Maar indien gij ziek of op reis zijt, of uwe natuurlijke behoeften hebt voldaan, of eene vrouw hebt aangeraakt, en geen water vindt, neemt dan zuiver, fijn zand en wrijft uw aangezicht en uwe handen daarmede; want God is genadig en vergevingsgezind.
أَلَمۡ تَرَ إِلَى ٱلَّذِينَ أُوتُواْ نَصِيبٗا مِّنَ ٱلۡكِتَٰبِ يَشۡتَرُونَ ٱلضَّلَٰلَةَ وَيُرِيدُونَ أَن تَضِلُّواْ ٱلسَّبِيلَ
Hebt gij hun niet opgemerkt, onder welke een deel der schrift werd geopenbaard? Zij verkoopen dwaling en zouden u den rechten weg willen doen verlaten;