وَٱللَّهُ أَعۡلَمُ بِأَعۡدَآئِكُمۡۚ وَكَفَىٰ بِٱللَّهِ وَلِيّٗا وَكَفَىٰ بِٱللَّهِ نَصِيرٗا

Maar God kent uwe vijanden wel. God is een voldoende beschermer. God is een toereikend helper.


مِّنَ ٱلَّذِينَ هَادُواْ يُحَرِّفُونَ ٱلۡكَلِمَ عَن مَّوَاضِعِهِۦ وَيَقُولُونَ سَمِعۡنَا وَعَصَيۡنَا وَٱسۡمَعۡ غَيۡرَ مُسۡمَعٖ وَرَٰعِنَا لَيَّۢا بِأَلۡسِنَتِهِمۡ وَطَعۡنٗا فِي ٱلدِّينِۚ وَلَوۡ أَنَّهُمۡ قَالُواْ سَمِعۡنَا وَأَطَعۡنَا وَٱسۡمَعۡ وَٱنظُرۡنَا لَكَانَ خَيۡرٗا لَّهُمۡ وَأَقۡوَمَ وَلَٰكِن لَّعَنَهُمُ ٱللَّهُ بِكُفۡرِهِمۡ فَلَا يُؤۡمِنُونَ إِلَّا قَلِيلٗا

Onder de Joden zijn sommigen, die de woorden uit hunne schrift verplaatsen en zeggen: Wij hebben gehoord, maar wij hebben niet gehoorzaamd. Hoort wat gij tot nu toe niet gehoord hebt, en hoort ons, ook zonder onze meening te verstaan, en zie naar ons; zoo verwarren zij de woorden met hunne tongen en lasteren den waren godsdienst. Maar indien zij zouden gezegd hebben: Wij hebben gehoord en wij gehoorzamen; hoort naar ons en sla ons gade, waarlijk het ware beter voor hen en rechtvaardiger. Maar God heeft hen verwenscht om hunne ongetrouwheid; daarom zullen slechts eenigen kunnen gelooven.


يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ أُوتُواْ ٱلۡكِتَٰبَ ءَامِنُواْ بِمَا نَزَّلۡنَا مُصَدِّقٗا لِّمَا مَعَكُم مِّن قَبۡلِ أَن نَّطۡمِسَ وُجُوهٗا فَنَرُدَّهَا عَلَىٰٓ أَدۡبَارِهَآ أَوۡ نَلۡعَنَهُمۡ كَمَا لَعَنَّآ أَصۡحَٰبَ ٱلسَّبۡتِۚ وَكَانَ أَمۡرُ ٱللَّهِ مَفۡعُولًا

Gij, aan wie de schriften zijn gegeven, gelooft aan hetgeen God u heeft nedergezonden, om uwe geheiligde boeken te bevestigen, alvorens wij de trekken van uwe aangezichten uitwisschen, en die elders heen wenden, of u vervloeken, zoo als wij hen vervloekten, die den sabbathdag schonden, en het bevel van God was volvoerd.



الصفحة التالية
Icon