۞وَلَقَدۡ أَخَذَ ٱللَّهُ مِيثَٰقَ بَنِيٓ إِسۡرَـٰٓءِيلَ وَبَعَثۡنَا مِنۡهُمُ ٱثۡنَيۡ عَشَرَ نَقِيبٗاۖ وَقَالَ ٱللَّهُ إِنِّي مَعَكُمۡۖ لَئِنۡ أَقَمۡتُمُ ٱلصَّلَوٰةَ وَءَاتَيۡتُمُ ٱلزَّكَوٰةَ وَءَامَنتُم بِرُسُلِي وَعَزَّرۡتُمُوهُمۡ وَأَقۡرَضۡتُمُ ٱللَّهَ قَرۡضًا حَسَنٗا لَّأُكَفِّرَنَّ عَنكُمۡ سَيِّـَٔاتِكُمۡ وَلَأُدۡخِلَنَّكُمۡ جَنَّـٰتٖ تَجۡرِي مِن تَحۡتِهَا ٱلۡأَنۡهَٰرُۚ فَمَن كَفَرَ بَعۡدَ ذَٰلِكَ مِنكُمۡ فَقَدۡ ضَلَّ سَوَآءَ ٱلسَّبِيلِ

God nam vroeger het verbond der kinderen Israëls aan, en wij kozen twaalf hoofden uit hun midden, en God zeide: Waarlijk ik ben met u; indien gij het gebed doet en aalmoezen geeft, en in mijne apostelen gelooft, en hen ondersteunt en God tegen goede renten leent, zal ik uwe slechte daden vergeven, en u in tuinen voeren, met rivieren doorsneden; maar onder u, die na deze waarschuwingen niet gelooft, dwaalt van den rechten weg af.


فَبِمَا نَقۡضِهِم مِّيثَٰقَهُمۡ لَعَنَّـٰهُمۡ وَجَعَلۡنَا قُلُوبَهُمۡ قَٰسِيَةٗۖ يُحَرِّفُونَ ٱلۡكَلِمَ عَن مَّوَاضِعِهِۦ وَنَسُواْ حَظّٗا مِّمَّا ذُكِّرُواْ بِهِۦۚ وَلَا تَزَالُ تَطَّلِعُ عَلَىٰ خَآئِنَةٖ مِّنۡهُمۡ إِلَّا قَلِيلٗا مِّنۡهُمۡۖ فَٱعۡفُ عَنۡهُمۡ وَٱصۡفَحۡۚ إِنَّ ٱللَّهَ يُحِبُّ ٱلۡمُحۡسِنِينَ

Maar omdat zij hun verbond hebben geschonden, hebben wij hen gevloekt en hunne harten versteend; zij rukken de woorden van den Pentateuches van hunne plaats, en hebben een deel vergeten van hetgeen hun werd onderwezen; en gij zult niet ophouden slechte daden bij hen te ontdekken, bij eenigen van hen uitgezonderd; maar vergeef hun en schenk hun daarvoor genade; want God bemint den milde.



الصفحة التالية
Icon